College Tour is een tv-format dat Twan Huys opgepikt heeft in Amerika, waar hij een tijdlang correspondent was. Het is wat mij betreft een programma waarin een onaantastbare (wereld)beroemdheid een verhaal houdt, onderbroken door vooraf afgesproken vragen, waarna de aanwezige studenten op hun beurt in de gelegenheid worden gesteld om vragen te stellen aan de beroemdheid, maar vooral om te worden gesticht door hun verblijf in de koesterend warme nabijheid van de beroemdheid.
Twan Huys is weliswaar een van die vele volstrekt kritiekloze amerikanofielen die Nederland rijk is (en Nederland niet alleen) maar hij heeft al eerder de verleiding niet kunnen weerstaan van de formule af te wijken en ook mensen te interviewen die vooral in Nederland wereldberoemd zijn. Een belangrijke misstap nog dáárbuiten was natuurlijk het gesprek met Willem Holleeder; wat mij betreft waren ook Doutzen Kroes en Hans Teeuwen gevallen van miscasting – die had Twan toch echt moeten overlaten aan Ivo Niehe.
Afgelopen vrijdag was het de beurt aan een zekere Daan Roosegaarde – ik zeg ‘een zekere’ want buiten prinses Laurentien, Filemon Wesseling en nog een paar mensen heeft nog nooit iemand van hem gehoord.
Geeft niks, af en toe treedt hij voor het voetlicht doordat hij met lampjes, sensors en automatische schakelaartjes grappige dingen doet die je best ‘creatief’ zou kunnen noemen. ‘Creatief materiaalgebruik’ heet zoiets op de kunstacademie. En het is hoe dan ook een loffelijk streven van Roosegaarde dat hij er de wereld mee denkt te kunnen redden.
Niks bijzonders verder, Nederland wemelt van de mensen van academies en designopleidingen en van wereldredders, daar zij we, meen ik, zelfs wereldberoemd in. En trots op.
Roosegaarde kan dus het best gekenschetst worden als ‘artiest’, en we weten allemaal: de meeste artiesten doen dingen waar anderen nooit op gekomen zouden zijn. Dat je daar autistische trekjes bij vertoont draagt alleen maar positief bij aan het resultaat.
Artiesten moeten tegenwoordig echt aan de kost zien te komen met hun werk, en dat lukt alleen de jongens en meisjes met commercieel talent. Ik noem mode-ontwerper Jan Taminiau, die ongetwijfeld een belangrijk deel van zijn omzet genereert doordat hij onder meer de jurk ontwierp die Maxima droeg bij de inhuldiging van W IV. En zo heeft Roosegaarde kans gezien minister Melanie Schultz van Haegen en ‘prinses’ Laurentien aan zijn zegekar te binden – niks bijzonders, gewoon zakentalent. Het toonde ook meteen dat Daan goed met vrouwen kan omgaan, en dat siert hem.
Bij de voorbereidingen voor de College Tour van vrijdag stuitte de redactie van dat programma op mensen die het beeld van Roosegaarde wat wisten te nuanceren. Filemon Wesseling noemde hem een ‘autist’, en een Delftse hooggeleerde ging zelfs zover Daan impliciet een dief te noemen. Roosegaarde beging vervolgens de blunder boos te worden en niet te tonen hoe goed hij van de tongriem gesneden was door de kritiek te ontkrachten dan wel weg te wuiven, dan wel om te buigen tot iets positiefs.
Dat konden we allemaal zien, vrijdag, doordat a. de redactie van CT kennelijk niet vooraf, dus tijdens de voorbereiding Roosegaarde had geconfronteerd met deze opmerkingen en b. doordat Huys cs hadden besloten het programma toch uit te zenden ondanks dat het, gezien de oorspronkelijke formule ervan, als mislukt kon worden beschouwd.
Het leverde onverwacht fraaie televisie op, met name het vertrek van Roosegaarde naar het toilet, waar snel daarna vier vrouwen zich bij hem voegden, wist ik in hoge mate op waarde te schatten. Gelukkig zagen en hoorden we niet wat daar gebeurde, zodat er ruimte bleef voor giswerk door ons allen, behept als we allemaal zijn met een zeker artistiek talent.
Roosegaarde toonde zich iemand met voor zijn business gevaarlijk lange tenen, en Twan Huys gaf voor de zoveelste keer een staaltje van wat hij werkelijk is: een jongen van de stadsredactie die ineens naar Amerika mocht.
Wat mij betreft dus 1-1.
________