(Concept voor een toespraak, te houden tijdens verkiezingscampagne voor de eerstvolgende Tweede-Kamerverkiezingen in Nederland.)
Mijne toehoorders,
Vandaag zal ik eens helemaal afwijken van het gebruikelijke verhaal dat kandidaten afsteken wanneer ze de kiezers ertoe willen verleiden hun stem op hen uit te brengen, ten einde ervoor te zorgen dat het land meer dan ooit goed zal worden bestuurd in de komende vier jaar. Ik zal niet verhelen dat ik mijzelf bij eerdere gelegenheden ertoe heb laten verleiden tijdens verkiezingstoespraken een aantal beloften te doen waarvan ik op dat moment wist dat ik ze niet zou, of zelfs niet kon of wilde waarmaken.
Ik zeg u dit allereerst, in het besef dat ik daarmee de geloofwaardigheid van het volgende enigszins op losse schroeven zet, maar ik wil toch graag dat u, in uw eigen belang, in het belang van Nederland en misschien ook wel van ons werelddeel of de gehele wereld, luistert naar wat ik te zeggen heb.
Daarvoor moet ik even terug in de geschiedenis. Niet erg ver, wel zo ver dat er vrijwel niemand meer leeft die het nog bewust heeft meegemaakt.
In 1933 kwam Adolf Hitler aan de macht in Duitsland door de revanchistische kaart te spelen: Duitsland was tot op het bot vernederd door het wapenstilstandsverdrag van Compiègne. Bovendien zou het land wegens de door de overwinnaars geëiste herstelbetalingen tot in lengte van jaren in armoede moeten leven. Hitler wist een meerderheid ervan te overtuigen dat hij, anders dan de aarzelaars van de Weimarrepubliek, Duitsland uit dat moeras ging leiden door het verdrag op te zeggen, de herstelbetalingen op te schorten en de door Frankrijk bezette gebieden in het Rijnland terug te nemen.
Toen hij eenmaal de macht veroverd had ging hij nog verder – midden jaren dertig van de vorige eeuw was iedereen in Europa die geen zelfgekozen oogkleppen op had ervan overtuigd dat Duitsland, nu het eenmaal de smaak te pakken had, alle grenzen zou durven te overschrijden. De lafbekken en mietjes in Engeland, Frankrijk en Amerika werden voldoende door de Joodse samenzwering in bedwang gehouden, die zouden nauwelijks weerstand kunnen bieden aan de Duitse opmars. ‘Wir fahren gegen England’.
De vervolging van de Joden kon in Duitsland, en ook wel in de rest van Europa, rekenen op instemmend knikken; de Joden hadden immers alle kapitaal van de wereld in handen en op sabbat aten ze christenbaby’s. Complotdenken is van alle tijden en met name van complotten waarvan je niets van ziet of voelt, zijn in staat om ons in de val te laten lopen en voor altijd tot slaven te maken.
Wij weten, of kúnnen weten, dat er misschien iets mis is met Israël, maar niet met de Joden – er zijn rijke maar ook arme Joden en Joden eten geen christenbaby’s, ongeveer om dezelfde redenen waarom ze geen varkens eten.
De Joden hebben we gelukkig ook niet meer nodig als vijand, want nu is er de Islam en de bijbehorende moslims. Voor zover mij bekend eten die geen christenbaby’s, maar ze vissen wel onze koikarpers uit onze vijvers en roosteren ze op de barbecue. Roma lusten wel een lekker egeltje, Vietnamezen en Chinezen mogen graag een Airdale terrier verschalken en Polen en ander volk uit het ‘Oostblok’ smullen van een dassenboutje. (Ik citeer hier gemakshalve losjes Maarten Keulemans in de Volkskrant van heden.) Al die dieren zijn ónze christenbaby’s. En al die verhalen zijn niet waar – het zijn de enige echte broodje-aap-verhalen.
Vreemdelingen in het algemeen en moslims in het bijzonder, kortom, zijn onmensen die snel weg moeten voor ze al onze roomblanke maagden vanaf 12 jaar (dus net geen christenbaby’s meer) op klaarlichte dag in een drukke winkelstraat aan een serieverkrachting hebben onderworpen, waardoor ze en passant de aandacht afleiden van hun broeders de zakkenrollers en bankovervallers.
Serieuze wetenschappers hebben de moeite genomen eens te kijken naar deze beweringen en wat blijkt? Het is niet waar. In vergelijking met hun roomblanke broeders, de echte Nederlanders, zeg maar. Want wie zonder zonde is mag de eerste steen gooien. (Oh pardon, wat zeg ik daar na weer.)
Mijn toehoorders, dames en heren,
Dit is een ongemakkelijke waarheid voor iemand die een lijst trekt die gebaseerd is op deze mythes, maar wat maakt het uit? De meeste mensen hebben geen tijd, geen oog of geen oor voor gedetailleerde en genuanceerde wetenschappelijke betogen – bij de meeste mensen blijft vooral de tekst van een spandoek in het geheugen dat ze twee seconden zien in het Journaal, met een tekst waarin de termen ‘dochter van 12’, ‘asielzoeker’, ‘neuken’ en ‘volle zak’ met elkaar in samenhang worden gebracht.
Waarmee ik maar wil zeggen dat we, als we in hoge mate op die meneer met die partij gaan stemmen, we dezelfde weg inslaan als Duitsland in 1933 – waarbij ik dan maar aanneem dat u zelf zult opmerken dat er grote verschillen zijn met de situatie van toen – alleen de angst voor het onbekende, misbruikt om u op te hitsen, is dezelfde.
En natuurlijk worden wij geleid door politici die een beetje corrupt zijn, die geen verstand van zaken hebben, die deels ook hun onderbuik laten meespreken, wat dat betreft zijn ze geen van allen van eigenaardige smetten vrij, net zo min als de lijst politici die de lijsttrekker, die u alleen genoegzaam bekend is omdat de media hem alle ruimte proberen te geven, naar de Tweede Kamer probeert te loodsen. Maar niemand haalt het in zijn gore harses om de mensen te paaien via hun slechtste nachtmerries.
Wat ik maar wilde zeggen: natuurlijk vind ik dat u op mijn partij moet stemmen, kijk er mijn voortreffelijke partijprogramma maar op na. Maar wat ik vooral vind: stem níet op de partij van die man die u een verleidelijke hersenschim voorhoudt, die op verbluffend eenvoudige wijze alles zal oplossen. Hij is van plan Nederland los te hakken van het vasteland, waarna we zegevierend de Noordzee op zullen drijven en dan de Atlantische Oceaan, waar het tegenwoordig permanent windkracht 12 is wegens de ‘klimaatflauwekul’. En dus niet naar een groen paradijs met eeuwige zon.
U hebt nu de gelegenheid te voorkomen dat u in dat wèl reële geweld zult verzuipen.
Stem Niet Op Hem!!!
Ik heb gezegd.
_________