Vannacht om drie uur op de radio een voor taalpuristen heugelijk bericht. De pitbulls van iemand in Schiedam of Vlaardingen hadden het baasje (waarover zo dadelijk meer) zwaargewond het ziekenhuis ingebeten – en daarmee aangetoond waardige vertegenwoordigers van dit schattige hondenras te zijn – werden afgemaakt. Ja, je leest het goed: ze lieten de beesten niet inslapen, ze kregen zelfs geen spuitje, nee, ze werden afgemaakt en voor de zekerheid werd ik een uur later speciaal even wakker om te horen of ik het definitief goed gehoord had: de pitbulls waren afgemaakt.
Een overwinning voor de Nederlandse taal, waarvan eufemismen natuurlijk volwaardige leden zijn, maar dat wil nog niet zeggen dat dieren tegenwoordig net mensen zijn.
Ik moest meteen ook denken aan de verkeersinformatie, waarin altijd wordt verteld dat een ongeluk de oorzaak is van een file, terwijl het hier vrijwel altijd een aanrijding betreft, of een botsing, of minstens een ongeval. Het woord ‘ongeluk’ gebruiken voor een ongeval is een poging om de gemiddelde weggebruiker te verwennen met een rare vorm van jip-en-janneke-taal. Het gebruik van het woord ongeluk deed mij denken aan een collega die ooit een bericht schreef over de bouw van een tehuis voor ongelukkige kinderen – dat was nog eens ouderwets, tegenwoordig zeggen wij gewoon (dubbel)gehandicapt en er is een duidelijke tendens in de richting van intellectueel uitgedaagd.
Het afmaken van de pitbulls is natuurlijk maar een klein lichtpuntje in de baaierd van moderne uitdrukkingen die onze taal vervuilen. Dat gaat het niet worden, dat moet ik een plekje zien te geven, hij heeft hard gevochten maar de ongelijke strijd verloren, zij is mijn maatje, ik ben niet de eerste die erover begint, maar ik wil ook niet achterblijven. O ja, baasje voor iemand die een hond of kat heeft moet weg, net als opa in de zin van mijn opa was minister van Financiën in het kabinet Cort van der Linden. Cort zag je aankomen, die nam alleen grootvaders op in zijn kabinet (met dubbele namen, maar dat is een ander onderwerp.)
Volgende week dinsdag krijgen we te horen welk woord of uitdrukking dit jaar weg moet uit de Nederlandse taal, maar dat gaat natuurlijk veel te langzaam, er komen per jaar duizenden onzinwoorden en uitdrukkingen bij en jawel, de taal is een levend wezen, dat verandert met de dag. Maar dat betekent niet dat het hek van de dam is.
Twee jaar geleden verdwenen de kids (waarom was dat woord gekomen in plaats van kinderen, tegelijk een woord met een prachtige, typisch germaanse meervoudsvorm?) vorig jaar de oudjes (wat ik dan weer raar vind, het is gewoon een bestaand en veelgebruikt scheldwoord). Weet je wel, zeker weten, aangeven (in plaats van zeggen) en zeg maar, die moeten ook weg. En awards, te vervangen door prijzen.
Het wonderlijke is dat op de korte lijst (shortlist, zeggen ze nota bene) de woorden chillen, snacken, comfortzone, experience en hipster staan, allemaal woorden die door aanstellers en Neder-analfabeten worden gebruikt en die niet weg hoeven: ze zijn er helemaal niet. Als je zo begint, kun je de hele straattaal en andere uitvindingen van niet serieus te nemen taalkunstenaars wel overbodig verklaren.
Het wordt tijd dat er eens een paar intelligente mensen bij elkaar gaan zitten en zonder wie dan ook naar de ogen te kijken (weet u wat die uitdrukking betekent?) eens de bezem door het Nederlands te halen, dat langzamerhand begint te lijken op de woonkamer van een ziekelijke verzamelaar.
En ja, daarmee bedoel ik ook de tussen-n van de paddenstoelen en van de koninginnensoep, want de taalvervuiling heerst ook op de burelen van de hoogste, de officiële spelwijze bepalende instanties.
En welk woord mag er van die korte lijst dan wel weg? Doe dan maar mensenmens.
Hoewel: iemand die van zichzelf zegt dat hij of zij een mensenmens is, die verschaft daarmee aan de luisteraar een alibi om eerst voorzichtig drie stappen achteruit te doen, zich snel om te draaien en heel hard weg te rennen.
Een mensenmens is namelijk een dodelijke bloedzuiger.
Niet dan, ja toch?
_________