Als je hart een beetje links zit, dan weet je: de Paasheuvel, dat is een icoon uit de tijd dat socialisten nog socialisten waren en bezig met de opbouw van de sociale staat, waar rechtvaardigheid voor iedereen gold, ongeacht of je groot-industrieel was of staalarbeider.
Afgelopen augustus kwam ik de naam ‘Paasheuvel’ tegen op een wegwijzertje dat verwees naar een camping, in het Veluwse dorp Vierhouten. En omdat afgelopen weekeinde mooi weer werd verwacht bedachten we dat we eens naar die gunstig gelegen camping zouden gaan – daarna kon de camper naar de stalling.
Wat we pas drie dagen voor vertrek ontdekten, dat was dat afgelopen weekend de wilddagen aan de orde waren in Vierhouten. Met de neus in de boter, dus.
Terwijl ik door Vierhouten dwaalde, langs de kraampjes met peperdure producten van de huisindustrie op het gebied van wol en leer, langs exotische theeën en brood, gebakken volgens de nieuwste gezondheidshypes, zag ik steeds dat beeld van de rond het Paasvuur (of de Meiboom, daar wil ik vanaf zijn) op de Paasheuvel dansende socialisten, althans: de jónge socialisten van de Arbeiders Jeugd Centrale AJC, gehuld, stelde ik mij voor, in korte broeken en lange witte feeënjurken, met bloemen in het haar. (Ik kan er helaas geen foto’s van vinden.)
Socialisme is in Nederland inmiddels een bijna even vies woord als in Amerika, de jongelui van tegenwoordig stemmen op de VVD, want die is vóór dikke auto’s en zo hard mogelijk rijden, en tegen mensen uit het buitenland. Het laatste socialisme dat nog aan de orde is geweest op de Paasheuvel (na de opheffing van de AJC in 1959) was een nieuwsgierig bezoek van SP-jongeren aan de Paasheuvel in 2001 – sindsdien heeft ook de SP weinig meer met socialisme te maken, zoals steeds meer blijkt.
Niet dat ik me verweesd voel, je moet realist blijven.
Camping De Paasheuvel is vooral leeg en uitgestrekt. Er zijn een stuk of tien camperplaatsen waarvan er bij onze aankomst vier bezet zijn – enkele met kapitale campers.
De prachtige, bijna Hollywood Amerikaans aandoende villa waarin nog steeds het hoofdkantoor van de organisatie De Paasheuvel is gevestigd – exploitante van onder andere een stuk of zes campings in Nederland – staat bij de ingang van het enorme, grotendeel lege, romantisch beboste voormalige heideterrein. Het is ook een camping uit de goede oude tijd: er is geen afrastering, geen slagboom, geen bewaking – ik had net zo goed ergens langs de weg kunnen parkeren. Maar daar zou dan geen welig grasveldje zijn waarop je lekker in de zon kunt zitten.
In de zon zitten kun je bij de Paasheuvel dus wel, glaasje bij de hand en over het weggetje erlangs een vrijwel ononderbroken stoet jongens in de leeftijd tussen 15 en 25 jaar, zo te horen en te zien Syriërs, Irakezen, Eritreeërs, die hier een of andere cursus volgen.
En die zondagmiddag op een zonovergoten grasveld zowaar een poging doen tot een volksdans. Het blijkt een soort sirtaki.
In Vierhouten, een paar honderd meter verderop, is het inmiddels tijd voor de ganzendressuur en de vossenjacht zonder vos.
Voor wildzwijnssaté met sjalotjesjus en voor hertenfilet met pastinaakpuré.
En voor de parelend koude witte wijn en het bier van het merk Veluwse Schavuyt.
Maar ach, Vierhouten is kennelijk nog altijd een enclave van vrolijkheid, zang en dans, midden in the Nederlandsche Bible Belt.
En de Paasheuvel, die is inmiddels gesloten en zal alleen nog gebruikt worden voor groepsaccomodatie.
Je moet namelijk in Nederland zo enigszins mogelijk niet laten merken dat je iets gaat doen met vluchtelingen.
_________