Het maakt toch verschil – of je kampeert op het Lido en vaart met de vaporetto vandaar naar het San Marcoplein, of je stapt bij Ca’ Sabbioni op de oranje bus 53 en rijdt daarmee, onverschillig door gaten in het asfalt bonkend langs slordig neergelegde wegen en door de fabrieksstad Marghera naar het Piazzale Roma, busstation voor gevorderden, juist nog verrijkt met... een tram, en nog wel eentje die op één rail rijdt. (Teksten geklad op leegstaande fabrieken in Marghera: ‘Je hoeft geen toestemming te vragen om vrij te zijn’, en ‘Weg met de herwaardering van heroïne’.)
Over de door Napoleon gebouwde brug die destijds Venetië van haar onafhankelijkheid beroofde, glijdt een hogesnelheidstrein zachtjes de stad binnen.
Goed. We zijn op weg naar het afgelegen eiland Mazzorbo, voor de lunch in restaurant Venissa. M. weet goed de weg, dus ik volg. Na korte tijd blijken we verdwaald, maar gelukkig vinden we op de kleine en dus primitieve stadskaart een straatnaam waardoor we weten waar we zijn. Vandaar is het een puzzel die alleen Venetië je kan leveren om weer op het rechte pad te komen. Dat lukt, we nemen lijn 41 naar Fondamente Nove. In de tijd dat we de stad niet bezochten – vier jaar, zie ik – is er een geheel nieuw systeem ingevoerd bij Actv, het Venetiaanse vervoersbedrijf. Compleet met flitsende displays op schermen. Op zijn Italiaans: de oude lijnnummering staat nog steeds op de haltes, hetgeen enigszins verwarrend werkt.
Lijn 12 brengt ons na een korte stop op Murano naar Burano, vandaar lopen we naar <-- Mazzorbo. Restaurant Venissa daar biedt een troosteloze blik: iemand staat iets te schilderen, een andere medemens zeemt wat ramen. Verder niemand te zien. Ik vraag de schilder hoe zo, en die zegt: dinsdag gesloten, osteria open, Italiaans is duidelijk niet zijn moedertaal. De osteria is inderdaad open, maar ook weer niet: een deftig gezelschap heeft de tent helemaal afgehuurd, ci dispiace, zegt de man die er kennelijk de leiding heeft.
Voor de zekerheid heb ik net nog even de website van Venissa geraadpleegd: van de dinsdagsluiting geen spoor.
Gelukkig hebben we vanaf de vaporetto gezien dat op de kade van Mazzorbo een restaurant genaamd La Maddalena is geopend. Dan maar geen culinair avontuur met daarbij passende prijs, maar prima Venetiaans eetwerk: witte polenta met garnalen uit de lagune, geroosterde sardientjes, aan gene zijde insalata caprese en gefrituurde inktvis, ik neem volledigheidshalve nog een kaastaartje met aardbeien en een ristretto met grappa. Ik adviseer de uitbater volgende keer ook wat tafeltjes direct op het gras aan de kade te zetten, goed idee, vindt hij, maar helaas: dat mag niet van de gemeente.
De terugweg via het Lido bewaren we voor morgen, we gaan terug naar Venetië.
Eenmaal terug bij de Fondamente Nove bedenken we dat we bij de koffiebar van Caffè del Doge een setje estressokopjes zouden halen. En dus welgemoed op weg. Te voet. Aan de hand van de primitieve kaart. Lang stilstaan in de meestal doodstille straatjes en rondkijken als je het even niet weet en zo komen we op Campo San Bartolomeo – daar moet het in de buurt zijn, maar het juiste adres weet ik niet meer, iets met Lio of zo. We ruiken als het ware dat we in de buurt zijn, maar dat zegt nog weinig. Een meisje dat handtekeningen verzamelt tegen drugsgebruik (‘Ik ben zelf ook afgekickt’) wijst ons een steeg in. Ik twijfel sterk, maar loop er toch heen. Daar staat de ober van een restaurant klanten te werven. Ik spreek hem aan, hij is niet in het minst teleurgesteld dat ik niet ga zitten, loopt met me mee door het restaurant heen, twijfelt intussen sterk aan ‘Lio’, en er gaat hem door mijn beschrijvingen van de koffietent een licht op. Op Campo San Bartolomeo doorlopen, aan de linkerkant, daar is het.
Weer langs het afgekickte meisje rechtdoor en inderdaad: Calle del Lovo heet de straat. Nou ja, ik was in de buurt.
De tent is nog altijd ingericht als een ouderwets bordeel en heet inmiddels anders: Caffè di Venezia. De koffie ook. De compagnons van lang geleden hebben afscheid van elkaar genomen, horen we, een van de twee is er met de Doge vandoor gegaan, maar bestaat nog steeds.
Goeie cappuccino, trouwens.
Met de boot naar Piazzale Roma, waar ik bijna een toeval krijg door de ongeorganiseerde bende daar – er blijkt uiteindelijk wel degelijk een zekere orde in te zitten en een half uur later zijn we weer op de camping in Ca’ Sabbioni. Oh nee, Malcontenta, welnee, Mira. Of toch Oriago? Misschien wel allemaal. Kennelijk hoort het vasteland óók tot Venetië, de zeer serene raadselachtige.
_________
hhBest
Boek & Film
Laatste reacties