Eigenlijk hoef ik me al niet meer te mengen in de discussie over de Gay Pride. Gistermiddag kon je geen radiozender aanzetten of het ging erover. De homo’s willen een eigen regel in de Grondwet, en het COC heeft uitgerekend dat ‘homo’ het meest gebruikte scheldwoord is op het schoolplein. Zomaar twee dingen die de revue passeerden.
Hoe de verslaggever ook vanuit alle hoeken kwam aandragen met zijn eigen stelling dat de Grondwet al lang voorziet in een verbod op alle mogelijke vormen van discriminatie, de woordvoerster, een Kamerlid, bleef op haar standpunt staan dat dat niet voldoende is. Homoseksuelen moeten uitdrukkelijk genoemd worden.
Ik zie op die manier een omvangrijke Grondwet aankomen met daarin expliciet verboden op discriminatie van dikke mensen, dunne mensen, van mensen met rood en/of hoog haar, van mensen met een hazenlip, horrelvoet, twee linkerhanden, van pedofielen, gerontofielen, fetisjisten, poepeters en urinedrinkers, mensen met makeup, op hoge hakken zonder er fatsoenlijk op te kunnen lopen, mensen die schreeuwen bij het klaarkomen, ongewassen op straat lopen, en daarbij uit alle lichaamsopeningen stinken, een buitenlands paspoort hebben, liefhebber zijn van dance feestjes, Vierdaagselopers, mensen die hun kat willen opeten, mensen die hun kind willen opeten, mensen die niet van vis houden of van pens, mensen die onverklaarbaar met een politiepet op lopen (oh nee, dat valt al onder homo’s) en mensen die op het schoolplein iemand uitschelden voor homo.
En o ja, hoe zit dat dan wanneer iemand op dat schoolplein homo wordt genoemd en dat ook daadwerkelijk ís, hoe ligt dat juridisch, qua Grondwet? Want het staat natuurlijk vast dat de omstreeks vijfennegentig procent van de mensheid die géén homo is mag aannemen dat wanneer iemand ze naroept: ‘Homo!’ dat die dat dan wèl opvatten als een scheldwoord. Sterker nog: ik schat dat vijfennegentig procent van de bevolking van het schoolplein – kinderen onder de twaalf jaar, wereldwijs of niet, geen idee heeft waar ze het over hebben als ze iemand uitschelden voor homo.
Dus.
Ik hoor tot de zielige categorie die uiteraard ook in zijn lange, lange leven voor de meest vreselijke dingen is uitgescholden en daarnaast of tegelijkertijd gediscrimineerd. En, hoe stom, bij mij is nog nooit het idee boven komen drijven om een bootje te kopen of te huren, er ballonnen aan te hangen in allerlei suggestieve vormen en kleuren en dan een Amsterdamse gracht op te varen, met een bescheiden bordje aan de voorplecht: Straight Pride.
Inmiddels ben ik nog altijd een enthousiast beoefenaar van de heteroseksualiteit – maar ik ga toch niet op een bootje varen om dat te benadrukken en te laten zien wat voor lichaamsdelen en hulpstukken ik daarbij gebruik? Als ik al op het idee zou komen zou ik het verwerpen omdat het voor mijn gevoel in strijd is met een wellevende vervulling van het lidmaatschap van de samenleving.
Wat mij onvermijdelijk leidt tot een conclusie in de vorm van, inderdaad, een scheldwoord : Gay Pride, potloodventers!
_________
hhBest
Boek & Film