In de column in de Volkskrant van de onvolprezen Arthur van Amerongen, voor d’n duvel nog niet bang, globetrotter met vijf sterren, vertelt hij een anekdote uit Paraguay, waar hij een zekere Claudia Zantedeschi ontmoette, afkomstig uit Italië, meer precies uit Venetië. Van Amerongen merkt op dat Claudio veel zinnen begint met ‘Hostia’, en van Amerongen kent daar de Spaanse vertaling van: juist, hostie, als u katholiek bent opgegroeid kent u dit gerecht uit de roomsche keuken.
De column was bedoeld om ons kond te doen van het overlijden van Claudio, en dat is jammer, want nu kan hem geen recht meer worden gedaan als Venetiaan.
Hostia, dat hoorde ik bij mij thuis geregeld roepen. Meestal klonk het trouwens als Ostia, en ik heb lang gedacht dat het woord iets te maken had met de gelijknamige voormalige havenstad van Rome.
Bij mij thuis klonk nog veel meer, als ik mensen tegenkom die ooit mijn vader hebben gekend, beginnen ze meteen te roepen: Porco Dio, of Dio Porco, of Madonna Troia of Puttana Madonna – en als het iets netter moest, bijvoorbeeld als er dames bij waren, of een geestelijke, dan was het toch minstens Porco Cane – of dat laatste ongunstiger was voor de hond, dan wel voor het varken, daar ben ik nooit achter gekomen.
Mijn vader was afkomstig uit een dorp in Friuli, destijds in de Italiaanse provincie Udine, tegenwoordig Pordenone, maar beide provincies, plus nog enkele andere, maken tegenwoordig deel uit van de autonome regio Friuli Venzia Giulia, een beetje verwarrend want Venetië zelf ligt in de naastliggende regio Veneto.
Hoe dan ook, u mag van mij aannemen dat het hier om verwante volkeren gaat – ook hun dialecten, in wezen dialecten van het klassieke Latijn, horen tot dezelfde familie. En ook hun vloekgewoonten.
Bent u daar nog? Mooi.
De beide noordoostelijke regio’s van Italië staan bekend om hun hardwerkende bevolking die bestaat uit kalme, vaak ook verstandige mensen (hoewel er veel tegenwoordig wel iets zien in afscheiding van Italië) om hun bescheiden maar smakelijke keuken, om hun grappa, hun verrukkelijke salami en de beste rauwe ham van de wereld, die uit San Daniele.
En om het feit dat ze zeer creatief kunnen vloeken.
Als mijn vader zich gefrustreerd voelde, zei hij soms de hele boven aangehaalde litanie op, desgewenst ook nog drie keer achter elkaar. Hij had daar geen kwaads mee in de zin, vond ook niet echt dat de heilige Maria een hoer was of een zeug, het luchtte gewoon op.
De litanie begon en/of eindigde vaak met Hostia, inderdaad.
Die Zantedeschi, kortom, was een echte Venetiaan.
Hoewel: niet helemaal echt, want iemand uit deze regio’s heeft al gauw een achternaam die eindigt op een medelinker.
Zoals die van mij.
Dus.
________