Als de buurt waar ik woon een Europese economie was, dan zouden we jaar in jaar uit kunnen rekenen op groeipercentages van omstreeks 15 procent. Weliswaar is het ook duidelijk een seizoenseconomie die in de winter vrijwel stilligt, maar dat wordt dus in de zomer ruimschoots ingehaald.
Vandaar dat op woensdagochtend soms wel twaalf GFT-bakken, bevattende de productie van de afgelopen veertien dagen (plus nog wat kersenpitten en aardbeienkroontjes) goed gevuld gereed staan om geheel gratis geledigd te worden door de daarvoor door de gemeente gecontracteerde firma.
Zoals vanmorgen.
Er stonden, zeer teleurstellend, maar vijf bakken, waarvan de middelste mijn afval bevatte. Die was nog niet helemaal vol en ik maakte van de gelegenheid gebruik nog wat uitgebloeide papavers aan de inhoud toe te voegen, waarna ik me weer naar huis en haard begaf.
Waar ik bij nader inzien ook nog enige takken van een vijgenboom knipte en weer, opnieuw met slepende gang, op weg ging naar de GFT-bak. U ziet het, ik ben zo druk als een klein baasje.
Bij de rij bakken aangekomen zag ik dat er één bak ontbrak, in het midden. Die van mij. Ik keek in een van de andere bakken om te controleren of de ophaaldienst intussen wellicht geruisloos en schichtig snel had toegeslagen, maar nee. Ik ontwaarde een half vergane krop ijsbergsla met daaronder nog het een en ander.
Ik nam de rij nog eens in ogenschouw en zag toen mijn bak, helemaal aan het einde. Iemand had dus om deze of gene reden mijn bak uit de rij gehaald en achteraan gezet.
Nu zijn ook in deze buurt de practical jokers nooit ver weg, maar dit was toch gek. Waarom doet iemand zoiets, en nog wel met mijn bak?
Ik nam enkele meters afstand, richtte de blik weer op het vuilnisbakkenpanorama en verzonk in gepeins.
Na een minuut viel mij ineens op, dat de zakken met plastic verpakkingsmateriaal – eens in de maand ook op woensdag – die er nog lagen toen ik de papavers kwam brengen, weg waren.
De stapel zakken had achter de rij gelegen en inderdaad had de plastic flitsmacht intussen toegeslagen, de leden daarvan waren te beroerd geweest om hélemaal om de rij vuilnisbakken heen te lopen en hadden de middelste bak weggezet voor directe toegang tot hun prooi. En ze hadden hem natuurlijk niet meer teruggeplaatst. Opdat het Bijbelwoord in vervulling ga: ‘De kinderen van het licht gaan met overleg te werk.’
Nou ja, dat citaat is fout, dat weet ik ook wel, maar de zon schijnt immers en zodoende.
Waarmee ik maar weer eens getoond heb dat ik met het grootste gemak een stukje van 450 woorden kan tikken zonder er iets van belang in te vermelden.
_______