‘23 juli, AlexP met de cultcompositie Canto Ostinato van Simeon ten Holt, maar dan anders. Niet gespeeld op ‘echte’ instrumenten, maar op vier virtuele vleugels, ondersteund met synchroon gegenereerde, geprojecteerde beelden. Computerkunstenaar AlexP manipuleert tijdens het spelen instellingen in de zelfgeschreven software, die precies bepalen hoe elke virtuele vleugel bespeeld wordt. Een zinnenprikkelende ervaring!’
Dat stond in de folder van het Openluchttheater Valkenburg en hoewel ik al lang een ligconcert van het stuk zou willen bijwonen – concert voor twee pianisten, bijvoorbeeld Jeroen & Sandra van de Veen en een voldoende aantal matrassen – leek het me om uiteenlopende redenen aangenaam de uitvoering van AlexP in Valkenburg bij te wonen.
Het stuk begon ooit onder de titel Perpetuum, en werd pas na veel bewerking Canto Ostinato. Ik zou bijna zeggen: Canto Ossessionato, maar dat is wellicht een kwestie van smaak. Op Youtube staan heel veel versies (ook stukjes van die van AlexP) en voor mij de uitzinnigste is wel die uit 2011, gespeeld op orgel met dansende derwisj. Die uitvoering duurt nog geen negen minuten, langer houdt zo’n derwisj het natuurlijk ook niet vol, ik vond het al heel wat, zo. Bovendien zou mijn moeder, die niet meer onder de levenden is, na ongeveer een minuut hebben gezegd: Zet uut, dat vierkantig urgel en inderdaad, je moet er wel een liefhebber van zijn of minstens ervoor open staan.
De langste uitvoering die op Youtube te vinden is telt bijna drie uur, en die ga ik dezer dagen, als ik alleen thuis ben, een rustig beluisteren, ik heb nog wel ergens een matras liggen. Die van AlexP duurde uiteindelijk een kleine vijf kwartier. En o ja, een belangrijke bijzonderheid vormen natuurlijk de op een groot scherm hypnotiserende computer-gegenereerde beelden tijdens de uitvoering.(dat scherm had wel veel groter gekund, voor een perfect effect.)
Canto Ostinato hoort uitdrukkelijk tot de minimal music, die in mij sinds jaar ben dag een toegewijd aanhanger heeft gevonden. In noem de componisten Riley, Reich, Glass. En nu dus ook Simeon ten Holt.
Niettemin kunnen er bij de indeling van de Canto in deze muziekstijl nog wel wat dingen gezegd worden. Canto is nadrukkelijk in mineur geschreven. Ik heb maar zelden minimal music gehoord die een melodie bevat die je maandenlang als oorworm in je hoofd houdt. Dezelfde melodie die tijdens elke uitvoering om de zoveel minuten ineens geëmotioneerd uitstijgt boven het vaste ritme waarop de titel gebaseerd is. En die een duidelijk enigszins melancholische, bijna licht verdrietige maar ook berustende kwaliteit heeft.
De Canto heeft intussen voor veel mensen een eigen betekenis gekregen: de een beviel op de tonen ervan van haar zoon, voor een ander was de Canto aanleiding tot echtscheiding, weer een ander zag in de Canto de principes van de rotonde verbeeld, iemand liet de partituur op zijn arm tatoeëren, en nog iemand kwam tot de conclusie dat je na je dood de Canto niet meer kunt horen.
Na afloop dacht ik twee dingen, die ik helaas ter plekke ook onder woorden bracht: ‘ik vond het heel mooi, maar ik ben blij dat Bach geen computer had’, en: ‘ik heb door deze vijf kwartier eens rustig kunnen overdenken hoezeer mijn leven tot nu toe als mislukt kan worden gekenschetst’.
Nee, dat was natuurlijk allemaal humoristisch bedoelde geestigheid – de vijf kwartier waren omgevlogen en hadden in mij een grote rust veroorzaakt, die heilzaam kan werken op ellende en tegenspoed om je heen.
Zelfs de parkeerbon van negentig euro die ik na afloop op mijn auto aantrof, kon mij niet uit mijn aldus teweeg gebrachte evenwicht brengen.
Houwe zo.
Ik ga onverstoorbaar door met zingen, continuo cantare ostinatissimo. Of misschien zelfs ossessionatissimo.
_________