Als er één partij is die geen compromis meer kan verdragen is het de PvdA wel. Niet dat de uitgeprocedeerde asielzoeker op veel sympathie kan rekenen bij de (inmiddels grotendeels virtuele) achterban van de sociaal-democraten, maar bij hen is een beroep op gewone menselijkheid in ieder geval minder kansloos dan bij de VVD – dat is tenslotte de partij van degenen die hun kansen zien en/of voor een deel zelfs al hebben verzilverd. En dat zijn geen kansen op een eenvoudig bed, een of twee boterhammen en eens in de week onder de does.
Ik denk ook dat we dat stadium al voorbij zijn en het eindspel aan de gang is: wie de schuld krijgt van het opblazen van het kabinet verliest immers de verkiezingen, en dus manoeuvreert men, schat ik, momenteel vooral naar een positie waarin het jij-bakken kan beginnen.
En toch ligt een eenvoudige oplossing voor de hand.
De PvdA krijgt de gelegenheid om tegen de achterban te zeggen: we hebben het gered, ze krijgen bed, bad en brood omdat je mensen nu eenmaal niet laat verhongeren.
En de VVD zegt: om het land te redden – het kan geen kabinetscrisis verdragen – hebben we maar weer eens toegegeven. Maar wees gerust, het voorstel is wel gemoderniseerd (bij de VVD staat ‘moderniseren’ voor ‘verslechteren van de positie van armoedzaaiers’). En er staat een niet-gepubliceerde voetnoot bij: het bed is een kartonnen doos in een leegstaande loods ergens in Drenthe, het bad is twintig liter water eens in de maand per vijftig man en het brood is beschimmeld.
Dezer dagen zien we verder.
_______