‘Watzijn wenou ineens aan het doen? We waren net zo lekker op dreef!’
‘Weet ik veel. Niels had er ineens genoeg van om altijd maar weer voorop te moeten vliegen.’
‘Onzin, natuurlijk, we hadden de wind toch schuin achter. Makkie.’
‘Nou ja het is wel gebruikelijk dat de gans die voorop vliegt dat niet langer dan vijftig minuten hoeft vol te houden.’
‘Ja, en dan moet je net bij Niels komen, die is er als de ganzen bij om misbruik te maken van die regel.’
‘Zeg, ik hoor net van Moeder de Gans dat het daar helemaal niet om gaat, we zitten net in mooi stukje thermiek, we gaan gewoon iets hoger vliegen, daar is het frisser en hebben we de wind echt achter.’
‘Gelul natuurlijk, ik blijf erbij dat we net lekker bezig waren, vandaag toch zeker al driehonderd kilometer en dat moeten we weer eens naar die ijskoude lucht van die uitslovers. Die moeten weer zo nodig laten zien hoe geweldig ze zijn.’
‘Hou nou maar op, zeurpiet, we zijn alweer een V aan het formeren, de reis gaat zo verder.’
‘ Ik blijf er bij dat het onnodig oponthoud is geweest. Straks is er weer geen weiland te vinden met behoorlijk gras voor het ontbijt.’
‘Nou, smoel houwe en vliegen, anders kom je er nog helemaal alleen voor te staan.’
‘Gak gak gak.’
_________