Wel eens gehoord van een ‘stamhouder’? Daar wordt tegenwoordig niet veel waarde meer aan gehecht, ook al omdat het begrip een tegen vrouwen discriminerende betekenis heeft: een stamhouder is altijd een manspersoon. Wat een stamhouder zoal kan overkomen beschreef er onlangs een in een boek dat inderdaad De Stamhouder heet. De stamhouder in kwestie was (en is) Alexander Münninghoff van wie, wegens zijn stamhouderschap, nogal wat gevergd werd, met name door zijn grootvader. Toen alle betrokkenen eindelijk overleden waren, schreef Münninghoff zijn boek.
Een stamhouder is iemand die als mannelijk persoon geboren wordt als eerste afstammeling die de familienaam zal voortdragen naar een volgende generatie, met name door zelf weer een stamhouder te produceren. Ik zelf voldeed aan een aantal van die normen, maar was niet de eerste die de familienaam voortzette. Maar het ligt nog ingewikkelder, want als we de kinderen van de broers van mijn vader niet meerekenen, dan was en ben ik de stamhouder. Maar de twee (veel) oudere broers van mijn vader kregen ieder dus wel één zoon.
Een van die twee neven van mij, beide stamhouder van hun tak, kreeg een zoon; de andere verdween enigszins achter de horizon en ik weet niet of in Frankrijk, waar hij aanlandde, nog een stamhouder van hemzelf bestaat. Mogelijk was het wel, want hij was getrouwd, met een vrouw met een Poolse naam, die mij, al weer vele jaren geleden, zijn overlijdensbericht stuurde. Op internet is alleen een van zijn dochters te vinden, die blijkbaar een mooie carrière in het onderwijs maakt. En nog wel degelijk de familienaam draagt.
Kom ik dus aan bij de afstammelingen van mijn eigen ouders. Ik had twee zussen en één broer. Een zus en een broer zijn kinderloos gestorven, mijn nog levende zus heeft geen kinderen – aan mij de taak om de naam te laten voortbestaan, bij voorkeur inclusief de voornaam: Sante Brun dus.
In mijn lange leven kreeg ik vier kinderen waarvan drie van met mannelijk geslacht. Mijn oudste zoon was dus de stamhouder van onze tak. Maar die heeft geen kinderen en het ziet er naar uit dat dat ook zo blijft.
Mijn tweede zoon kreeg bijna twee jaar geleden een dochter die, min of meer toevallig, de naam kreeg van een zus van mijn vader. En zaterdagmiddag omstreeks drie uur verscheen een nieuwe stamhouder ten tonele, compleet met de juiste naam (plus die van zijn vader). Ik ben zijn grootvader en ik heb hem zaterdag, vier uur na zijn geboorte, een tijdlang vastgehouden waarbij mij opviel dat hij precies op mij lijkt, op voorwaarde dat ik tijdens de vergelijking mijn ogen stijf dichtknijp en het gebit achterwege laat. Alleen dat petje met Nijntje erop, dat zou ik nooit op mijn hoofd zetten. Ik heb hem formeel meegedeeld dat op zijn frêle schoudertjes een zware taak rust: te zorgen dat de familienaam Brun ook in de volgende eeuw volop in gebruik blijft. En dat de volgende stamhouder ook die naam krijgt en niet Tim of Tom of Jaap of Dirk gaat heten.
Maar gewoon Sante. Een naam als weinig andere.
________