In het jaar 2027 zullen we, mits woonachtig dan wel aanwezig in de buurt van Utrecht, in Nederland een totale zonsverduistering, compleet met diamond ring en corona kunnen aanschouwen. Dat is al over twaalf jaar, maar het staat uiteraard te bezien of ik dan, 88 jaar oud, wel in staat en in de gelegenheid zal zijn het natuurverschijnsel te aanschouwen, getooid met zwarte bril – of dat ik tegen die tijd de hemel aanzie voor een doedelzak en de apostelen voor een dievenbende. (Dat laatste doe ik de laatste tijd al geregeld. Zie verder uw dagblad.) En hoewel de totale eclips zich zal afspelen in de buurt van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut in De Bilt, is dat nog geen enkele garantie voor afwezigheid van mist, nevel en laaghangende bewolking.
Kortom, een en al wolven en beren op de weg.
De gedeeltelijke eclips manifesteerde zich hier niet anders dan door een eigenaardige verkleuring van het licht omstreeks half elf, en het tot stilstand komen van de stroomproductie van de zonnepanelen.
Een blik op het satellietbeeld vertelde mij vanochtend al, dat, wilde ik verzekerd zijn van de mogelijkheid tot eigen aanschouwen van het natuurgeweld, ik onverwijld in de auto diende te stappen en te vertrekken naar Winterberg, Frankfurt of Luxemburg, alle drie toevallig op bijna drie uur rijden van hier. Dat waren de plaatsen waar ze volop hebben kunnen genieten en dan zul je nog zien dat er een hoop luitjes schouderophalend nog eens het ochtendblad ter hand namen. (‘We zien morgen de foto’s wel’.)
De natuur boeit inderdaad niet iedereen even sterk, het is zoals collega Kees het uitdrukte toen we in onze gehuurde SUV bij de ingang van een Amerikaans natuurpark stonden en hoorden dat er ratelslangen waren: ‘Ik aanschouw de natuur het liefst door de voorruit van een auto.’ Er waren trouwens vooral chipmunks, beter bekend als Knabbel en Babbel. Maar dit terzijde.
Die autorit (uit de voorlaatste alinea) hebben we trouwens op 11 augustus 1999 wel degelijk gemaakt, niet om het Hollandse regenweertje te mijden maar omdat de totale eclips in Zuid-Duitsland te bezichtigen zou zijn. Een en ander in het kader van de educatie der ons toevertrouwde kroost (toen 16 en 12 jaar oud) en de aantrekkelijkheid van aanschouwelijk onderwijs. We haalden het, wegens filevorming onderweg door mensen die op hetzelfde idee waren gekomen, niet helemaal, maar indrukwekkend was het niettemin. Ik zie ons nog liggen op het parkeerterrein van een tankstation terwijl het steeds akeliger ging schemeren. Toen de maan weer zo’n beetje voorbij de zon was, zijn we huiswaarts getrokken en hebben er, meen ik me te herinneren, nog een gezellige middag van gemaakt. De brilletjes hebben we ook nog. Die kreeg je toen, meen ik, bij de Brinta.
Kortom.
Er is altijd een gelukje bij ongunstig weder.
In dit geval was het de rechtstreekse uitzending die de Britse BBC verzorgde van de zonsverduistering van 20 maart 2015. Soepel schakelde de regie langs vier of vijf plaatsen waar óók niets te zien was, maar die wel tot verbeelding spraken, zoals Stonehenge – dat, meen ik toch, vooral gaat over de Zonnewende van 21 juni respectievelijk 21 december, en de radiotelescoop van Jodrell Bank, waar je ook zon en maan niet mee kunt zien, omdat die voor dat apparaat ordinair dichtbij staan.
Ik miste eerlijk gezegd het Meteorologisch Instituut van Greenwich, waar toch, volgens mijn informatie, het wereldweer vandaan komt.
Verder was er het Schotse eiland Lewis en de universiteit van Leicester, waar ze op een voetbalveld demonstreerden hoe dat gaat, een zonsverduistering: op een rij de aarde, tamelijk vlakbij de maan – een bal op een stukje – en helemaal aan het andere einde van het veld een enorme gele lamp, inderdaad: de zon. Door achter de aarde plaats te nemen en de maan op een stukje langzaam van rechts naar links langs de zon te bewegen, was het allemaal goed te begrijpen, al zullen er hele volksstammen zijn die roepen: aan de maan zit helemaal geen stokje!
Ook op de Faroe eilanden was een verslaggever aanwezig die zich richtte tot de daar verzamelde schoolkinderen in een onverstaanbare taal, zich vervolgens omdraaide en mompelde: ‘So much for my pathetic try at Faroese’. Daarna was het de hoogste tijd voor de ware stunt van de uitzending, toen de regie schakelde naar een vliegtuig boven de Faroe eilanden, waar de verslaggeefster, ze zal wel Fiona hebben geheten, eerst riep tegen de piloten: Boys, say hello to the viewers! (die deden dat ook meteen) en toen overschakelde naar de cameraman in het toestel, net op het moment dat het laatste smalle randje van de zon achter de maan verscheen, we eerst de diamond ring zagen en daarna een schitterende corona. Perfect in beeld gebracht.
Het blijft een mooi gezicht en ik wil een dvd van die zeer onderhoudende uitzending over een op zich ultrasaai onderwerp.
Het was zo ontzettend leuk, dat ik dacht: die hebben noch Jeremy Clarkson, noch Top Gear, noch David Attenbrough, (this has never before been recorded on film on the planet) noch John Cleese, noch Rowan Atkinson of Ricky Gervais nodig om onderhoudende jaren-vijftig-tv te maken zoals alleen de Britten het kunnen.
_______