De kunst is weer eens in het nieuws. Of misschien is de kunst wel nooit uit het nieuws.
Maar dezer dagen valt het echt op. Eerst de ‘Nederlandse beesten’ die een bootje/fontein van travertijn onder aan de Spaanse Trappen in Rome als pis- en vuilnisbak gebruikten; daarna de beesten van IS, die de Assyriërs van vierduizend voor Mohammed straften voor hun afvalligheid door het kapot gooien van een reeks beelden in een Iraaks museum; en tenslotte nog een beest, de Angolese consul, die een gebouw in Rotterdam als kantoor gebruikt en dat volgens de tamelijk slordige berichtgeving ‘wit liet schilderen’.
Dat van die voetbalhooligans valt uiteraard onder modern zinloos geweld, dat van IS onder de afdeling Van het Stenen Tijdperk tot de Middeleeuwen, zeg maar de periode waarin ook het afhakken van koppen en het kruisigen en levend verbranden van onwelgevalligen algemeen goedgekeurde praktijk waren. Ook in onze sindsdien iets meer – maar niet veel meer – beschaafde westerse wereld. Ik moge wat het laatste betreft verwijzen naar met name geallieerde bombardementen in de Tweede Wereldoorlog van veel Italiaanse steden, van Dresden, waarbij menig onvervangbaar monument door de grote vergruizer werd getroffen. En ook de Duitsers konden er wat van, zie Warschau en andere Poolse schoonheden. En niet te vergeten Rotterdam.
En als er toevallig een tijdlang geen mensenhand bereid was tot monumentje pesten, dan waren er wel aardbevingen die korte metten maakten met het onvervangbaar cultureel werelderfgoed.
Kortom – aan een boom zo volgeladen, mist men een, twee pruimen niet. Ik wil maar zeggen: hoeveel in kunst en cultuur geïnteresseerde mensen bezochten begin januari, ik noem maar een datum, dat museum in Irak nog? Hoeveel waardevolle archeologische vondsten in West-Europa zijn stiekem verdwenen onder afzichtelijke wolkenkrabbers? En dan heb ik het nog niet eens over de archeologische vondsten die werden opgegraven, uitgebreid gedocumenteerd en beschreven en gefotografeerd en gefilmd en daarna óf weer begraven, of afgebroken?
Dat voormalige Gemeentearchief van Rotterdam aan de Mathenesserlaan is een iets ander geval. Ik zag de foto’s van voor en tijdens de schildering en ik dacht: het zal qua architectuurgeschiedenis best een interessant gebouw zijn. Maar hoeveel tientallen van dit type enigszins monsterlijk neoklassiek gebouw staan er niet in Nederland? Hoeveel zijn er afgebroken om er iets anders voor in de plaats te zetten? Hoeveel verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog? Hoeveel, tenslotte, werden en worden er als kantoor gebruikt en daartoe van binnen onherstelbaar verbouwd en van buiten voorzien van afzichtelijke brandtrappen en andere bulten?
Die Angolese consul had zich natuurlijk aan de regels van Monumentenzorg moeten houden. Dat is één. Maar als ik de foto’s van voor en na de behandeling vergelijk vind ik stiekem – vertel het aan niemand – dat het gebouw wel een opfrisbeurt mocht krijgen en dat wat er nu van gemaakt is een heel eind in die richting gaat. Het doet me een beetje denken aan Algiers, waar de Franse neoklassieke gebouwen aan de Avenue Didouche Mourad na het vertrek van de Fransen ook allemaal een fris en fruitig kleurtje hebben gekregen.
In Afrika hebben ze vermoedelijk met neoclassicisme geen ene moer te schaften, dat zal het zijn.
Dus niet moeilijk gaan staan knoeien met laserstralen, daar krijg je die witte verf ook niet mee weg. Gewoon afmaken het karwei, en het dan een tijdje exotisch laten stralen tot de uitlaatgassen van het verkeer het gelige zandsteenkleurtje weer terugbrengt.
Doe eens een keer of je een grote stad bent, een metropool.
_________
De foto’s in de montage zijn van de NOS.
_______