De Stamhouder, is de titel van het nieuwste boek van Alexander Münninghoff, en die stamhouder is hijzelf. Dat stamhouderschap heeft hem veel ongemakken bezorgd, zo blijkt uit het boek. Maar het gaat maar zijdelings over hemzelf, de hoofdmoot betreft de geschiedenis van zijn vader. Wie het boek gelezen heeft zal zijn of haar eigen kinderen eens aandachtig aankijken met de gedachte: ik hoop dat geen van jullie op zo’n manier een boekje over mij gaat opendoen als ik eenmaal dood ben. Zelfs niet als het niet mooi is, maar wel helemaal de waarheid, zoals in het geval van De Stamhouder.
Nog maar zelden heb ik een boek gelezen dat op een dergelijke nuchtere toon, altijd met vermelding van naam en voornaam, adres en soms zelfs het huisnummer de geschiedenis van de laatste drie generaties van de eigen familie van de schrijver familie uit de doeken doet. De geschiedenis van de meeste families leent zich daar vaak ook niet voor.
Maar deze wel, en hoe.
Zijn grootvader Joan, die Alexander meestal studentikoos aanduidt met de term Oude Heer, was een Nederlandse ondernemer/handelaar die twee dingen goed voor elkaar had: hij was door zich te vestigen in Riga in Letland steenrijk geworden, de rijkste man van Letland, en hij had een verbijsterend sociaal en zakelijk netwerk over een groot deel van Europa, niet in het minst door het feit dat hij zeer streng katholiek was. Hij had connecties met de Britse spionagedienst MI6, waardoor hij bijvoorbeeld kennis maakte met John en Robert Kennedy, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog stond hij niettemin dusdanig in een goed blaadje bij het naziregime dat hij vrijwel onbelemmerd kon reizen, zelfs naar Zweden. Hij was daardoor herhaalde malen vroegtijdig in het bezit van informatie die hem en zijn familie het leven redde. Zie verder Boek & Film.