Vorige week om deze tijd leefde, als ik me niet vergis, Luc de Vos nog, en wisten wij hier in Nederland, een enkele freak daargelaten, niet van zijn bestaan. Zelfs de grootste deskundigen aangaande de popmuziek, zoals Mathijs van N., zei de naam Luc de Vos niks.
Mij nog altijd niet erg veel. Luc de Vos was, zo bleek uit de schaarse informatie die mij onder ogen en ter ore kwam, een zanger van het gevoelige levenslied in Vlaanderen. Enkele strofen uit zijn beroemdste liederen kreeg ik te horen en die maakten niet dat ik alsnog en postuum fan van hem werd.
Het was ook niet meer nodig, want Luc is dus dood ‘in zijn werkplaats gevonden’. De doodsoorzaak werd begin van de week bekend en die maakte ons weinig wijzer: bijna al zijn organen waren beschadigd, meen ik me te herinneren, en dat lijkt me, hoe dan ook, een legitieme manier om het loodje te leggen.
Wat je links en rechts leest over Luc maakt één duidelijk: hij kwam weliswaar uit Wippelgem (en dan heb je van nature al een achterstand) maar hij wist op zijn tiende al dat hij rockster was. Niet dat hem dat ook meteen echte sterrenstatus opleverde, eenzaamheid is een woord dat onrustbarend veel voorkomt in zijn online biografieën.
Het enige land ter wereld waar je zelfs een complete cultstatus kunt bekomen met een lied genaamd Mia, waarvan de eerste twee strofen luiden:
Toen ik honger had
kwam ik naar je toe
Je zei
Eten kan
als je de afwas doet
Mensen als jij moeten niet moeilijk doen
Geef ze een kans voor ze stom gaan doen
De middenstand regeert het land
Beter dan ooit tevoren
Mia heeft het licht gezien
Ze zegt
Niemand gaat verloren
…is uiteraard Vlaanderen.
In Nederland is het groot nieuws als een Nederlandse artiest ook groot succes heeft bij de Vlamingen (zunne) maar omgekeerd is dat blijkbaar minder het geval.
Zoals gezegd: we hadden er hier nog nooit echt van gehoord en een nummer als Mia zou hier ook nooit de cultstatus bereiken. Wij zijn het land van Heb je even voor mij, Ik heb hier een brief voor mijn moeder en ik heb worstjes op mijn borstjes, dus wat zouden we met Mia moeten.
Wat ik maar wil zeggen: bij de oprichting tweehonderd jaar geleden bestond het Koninkrijk der Nederlanden uit de Lage Landen bij de Zee en het huidige België, een echt land met echte bergen tot wel zeshonderd meter hoog en een echte hoofdstad met tegenwoordig 1.3 miljoen inwoners (verspreid over negentien gemeenten, dat dan weer wel). Of in dat grote land Luc de Vos ooit cultstatus zou hebben gekregen, dat zou ik niet durven beweren.
Maar wat mij wel opvalt dat is dat na wat een redelijke toenadering leek van nog maar heel kort geleden (wij wilden Vlaanderen wel hebben en eventueel ook beschermen tegen de Walen) is definitief verleden tijd. De Vlamingen vinden dat de Nederlanders steeds onbegrijpelijker Nederlands praten zonder te beseffen dat het hier een bijzondere versie van de Engelse taal betreft – en we weten van elkaar absoluut niet wat er aan weerszijden van de grens aan wezenlijks gebeurt.
Het is een symptoom van een ontwikkeling die veel breder is. Engeland interesseert ons geen zak, ook al omdat de Engelsen ons Engels niet verstaan, en Duitsland is dan wel het meest door Nederlandse toeristen bezochte buitenland, tegenwoordig komen we qua Duits nauwelijks verder dan Tswai bier. En dan ga ik maar niet beginnen over Frankrijk of Denemarken.
In politiek opzicht is dat verschijnsel nog het meest schrijnend. Wij hebben een partij die het liefst van de Dollard tot Retranchement een muur zou bouwen, of langs dezelfde route een diepe tankgracht zou graven, waarachter wij het Zwarte Pieten ongestoord zouden kunnen voortzetten.
En tevens ons leven zonder Luc de Vos, die morgen terwijl heel Vlaanderen wenend toeziet en ‘Mia’ mompelt te Gent (plaatselijk bekend als Hent) ten grave zal worden gedragen.
Daarna zien wij verder, alsof hier te lande de middenstand niet regeert in de personen van Henk Kamp en Mark Rutte.
_______
Laatste reacties