Daar gaan we weer een keertje: doe eens een suggestie voor het onderwijs, ditmaal zoals het er in 2032 uit moet zien.
Een voor de hand liggend en ook helemaal goed en ook wel erg eerlijk antwoord: geen idee. Het jaar 2032 is over achttien jaar. Wisten we in 1996 iets van de onderwijsbehoeften in 2014? Toen was een van de antwoorden waarschijnlijk geweest: geef ze computerles! Wat kun je allemaal met Windows 95!
In DWDD was gisteren een snel algemeen aangenomen suggestie: leren programmeren! Daar lachen de zichzelf programmerende robots van 2032 zich nu al een mega-stroomstoring om.
Vroeger had je trendwatchers en futuristen, luitjes die redenerend als een wiskundige reeks tot de voorspelling kwamen dat alles alleen maar mooier en beter zou worden. Op die manier zijn al schitterende steden op de maan voorspeld, een auto aangedreven door een kleine kerncentrale en, toe maar, een reis naar Mars en terug.
Voor eenvoudig onderwijs was één suggestie van lang geleden natuurlijk cruciaal: niemand hoeft in de toekomst meer te werken, alles wordt automatisch geproduceerd.
Dan hoef je dus, goddank, ook niet meer naar school. In 2032 ligt iedereen vanaf zijn geboorte in een comfortabel bed de hele dag te gamen. Of naar So you think you can eat te kijken. Misschien is idealisme of iets vergelijkbaars niet helemaal uitgeroeid – de beoefenaren van die buitenissige sport lezen wel eens een boek, of maken een voorzichtig ommetje in de buurt.
Mijn suggestie – niet helemaal nieuw, trouwens – zou zijn: leer de jongelui vuur maken, voor het geval met de complete elektriciteitsvoorziening ook het internet en het warme water tot het verleden zijn gaan behoren.
En als dat misschien wat te somber van toon is: zorg voor keien van docenten geschiedenis, zodat de huidige trend doorbroken gaat worden waarin men niet verder kan terugdenken dan tot eergisteren en dus gedoemd is de Honderd-, Dertig- en Tachtigjarige oorlogen over te doen, evenals WOI en WOII en misschien wel WOIII, want die staat tenslotte voor de deur.
En als er dan nog tijd is, leer ze dan écht fatsoenlijk lezen, schrijven en rekenen. Want wat daar nog van over is dreigt definitief teloor te gaan nu de tablets geruisloos worden ingevoerd in het onderwijs, likkebaardend nagekeken door de plaatselijke computerboer.
En stamp er minimaal naast Nederlands vier of vijf andere talen in, en niet zo’n beetje ook – wij zijn zo beretrots op het feit dat we allemaal Engels spreken, als je dat Engels kunt noemen, maar van al die Engelssprekenden is maar een kleine minderheid in staat ook Engels te lezen, een boek, bijvoorbeeld, en dat nog te begrijpen ook.
Sander Dekker, die staatssecretaris met de oogopslag van een aardige knul die met een zesje van de mulo is gekomen, vakken vult in het kabinet van Mark Rutte en zo leuk kan omgaan met vrouwen van middelbare leeftijd, is inmiddels opgeveerd toen ik hierboven de computerboer noemde.
Want in DWDD merkte hij op dat het onderwijs ondernemerschap moet gaan doceren. Sander is immers van de VVD, de partij van de ondernemers. Hij ziet daarbij wel even over het hoofd dat ‘ondernemen’ geen schoolvak is maar een mentaliteit, die van ‘ikke ikke ikke en de rest kan stikke’. Het is natuurlijk geen toekomstvisie, maar de ordinaire realiteit van eergisteren, gisteren, vandaag, morgen en overmorgen. En vermoedelijk ook van 2032.
Hoe dan ook: leid eerst even die duizenden ontzettend bekwame docenten op die dat tussen nu en 2032 and beyond allemaal in onze kotertjes moeten stampen.
_______