Vorige week klikte ik op een advertentie in de mailbox (nooit klikken op advertenties in de mailbox) waarin je stamboom vanaf 1582 beloofd werd. Of dat jaartal er mee te maken heeft dat uitgerekend in dat jaar de eerste helft van oktober werd weggelaten om de kalender weer een beetje te laten sporen met de natuurkundige kalender door de invoering van de gregoriaanse kalender, dat staat er niet bij en beschouw dit dus als een soort terzijde van nutteloze aard waar niemand op zit te wachten.
Als snel begreep ik dat ik hier te maken had met My Heritage, een organisatie in de VS waar ik al veel eerder kennis mee maakte, toen ze de immigratiedossiers van Ellis Island online zette.
Tot 1582 gaat mijn stamboom vermoedelijk niet terug, althans niet erg goed vindbaar, maar ik wilde bijvoorbeeld wel eens weten in welk jaar mijn grootmoeder van vaderszijde was geboren. De informatie kwam al snel: 1863. Ze was dus 40 jaar toen mijn vader werd geboren. Dat hij een nakomertje was, dat wist ik al eerder.
Daarna volgde ineens een stroom mails en voor ik ‘pap’ kon zeggen, bleek ik veel meer familieleden te hebben dan ik dacht, in de Italiaanse tak van de ‘stam’. Met name een van de kinderen van een broer van mijn grootmoeder droeg daaraan bij door zestien kinderen te krijgen. Ik wist al dat mijn Italiaanse familie, anders dan bijvoorbeeld de gemiddelde Nederlandse families, was uitgevlogen over een belangrijk deel van de wereld – de records van Ellis Island vermelden zelfs enige naamgenoten uit het geboortedorp van mijn vader die rond de vorige eeuwwisseling in Amerika waren aangekomen.
Daarnaast wonen en woonden in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Canada, Zwitserland, België, mogelijk ook in Engeland en uiteraard in Italië allerlei leden van de familie, vaak ook mensen voor wie de term ‘achterneef’ of ‘achternicht’ nog een teveel aan bloedverwantschap suggereert.
Onder andere uit Nijmegen en uit Vicenza kwam deze week in twee of drie dagen tijd een stroom mailtjes van mensen die blijkbaar blij waren dat ik me bij de familiestamboom had gemeld, er ontstond zelfs een discussie over de vraag welke personen vereeuwigd waren op een bepaalde foto, waarbij ook de Canadese tak werd geraadpleegd. Zo blijkt in Vicenza ook een foto voorhanden van <-mijn persoon als kind van acht maanden.
Ook een paar minder sierlijke gebeurtenissen in de afgelopen honderd jaar passeerden de revue.
Na drie dagen hield de mailwisseling plotseling op.
Internet is een mooi fenomeen dat de meest uiteenlopende wetenswaardigheden als hapklare brokken serveert.
Maar het zit blijkbaar nog niet in de genen van de mensen.
De vluchtigheid van zo’n contact van afgelopen week is er wellicht een teken van dat het nog lang zal duren voor het verschijnsel helemaal is ingeburgerd.
En, bedacht ik later, maar goed ook: ik zit eigenlijk niet dringend te wachten op nog meer familieleden van wie ik me moet afvragen of ze niet te roekeloos rijden, wel stoppen voor het rode licht, kanker hebben of afstevenen op een miskraam.
Dat klinkt onaardig, maar ik maak me al voldoende zorgen om wie ik ken, zonder ooit het internet te hebben geraadpleegd.
___________