De Rijdende Rechter is een blijvend succes en waarom? Iedereen heeft wel eens last van de schaduw van bomen van de buren, of van de hoogte en esthetische aspecten van buurmans heg of tuinmuur. Het recht van overpad is een onuitputtelijke bron van geschillen, die worden uitgevochten in loopgravengevechten of ordinair gebrul – en beide monden sinds jaar en dag uit bij Rijdende Rechter mr. Frank Visser die er een beetje wereldvreemd bij zit, maar de nodige vaardigheid blijkt te hebben in het leggen van vingers op zwerende wonden en vooral: het uitpluizen, met hulp van medewerkers van het kadaster, van het Burgerlijk Wetboek op het gebied van erfafscheidingen, overhangende bomen en meer ongerief in de vorm van krolse katers en ongehoorzame honden.
Meestal betreft het conflict de meningsverschillen tussen twéé buren. Maar maandag was ik aanwezig bij de hoorzitting aangaande een ingewikkelde kluwen van conflictstof tussen drie aan elkaar grenzende buren in Kerkrade – de hoorzitting werd gehouden in de Winselerhof in Landgraaf, hier zes minuten rijden vandaan dus die kans liet ik me niet afpakken.
Het zou, zei het uitnodigingsmailtje, duren van kwart voor vijf tot half zes, maar het werd uiteindelijk een genoeglijke late namiddag, of vroege vooravond, tussen half zes en zeven uur. Oorzaak: de in ingewikkeldheid van het grensconflict.
Recente ervaring brengt mij ertoe onmiddellijk partij te kiezen tegen de ondernemer in het gezelschap, die zijn buren al tijden op de huid zit met lijsten met eisen en advocaten, omdat ze potverdikkeme geen zin hebben om naar zijn pijpen te dansen.
Ik moet erbij vermelden: als je niet weet hoe de situatie ter plekke erbij ligt, dan tast je voor bijna honderd procent in het duister, als lid van het toeschouwerspanel, ook al omdat de toeschouwers en dus ook ik allemaal afkomstig zijn en waren uit Landgraaf – en wie komt er vandaag de dag nou nog wel eens in Kerkrade? Ikke niet in ieder geval. De conflictstof ligt, zo maakte ik op uit het gesprokene tijdens de hoorzitting, hoog opgetast in het centrum van die prachtige Limburgse gemeente, waar de ondernemer in kwestie kennelijk een horecagelegenheid exploiteert en gaarne zou zien dat zijn buurlieden hun tuinen en vooral de begrenzingen daarvan zouden aanpassen aan zijn smaak en behoeften, met het oog op een zo profijtelijk mogelijke exploitatie.
In het geding zijn een oude, verweerde muur, een onduidelijke perceelsgrens, overhangende bomen en struiken en een schutting en vooral: uiteenlopende opvattingen over wat mooi is en wat niet.
Op 21 oktober doet mr. Visser uitspraak in Slot Zeist, maar wanneer wij op de televisie op de hoogte worden gesteld van het resultaat, dat zou wel eens ergens volgend jaar kunnen zijn.
Wij, het ‘panel’, zaten er, zoals verwacht kon worden, bij voor spek en bonen en als decor – zelfs ons applaus na afloop weerklonk toen de camera’s al uit waren.
Intussen merkte mr. Visser en zijn kompanen dat menigeen niet weet hoe een telefoon uitgezet kan worden, zodat de opname herhaaldelijk onderbroken moest worden wegens het Noriariedeltje. ‘Zit daar nou alweer iemand te bellen?’
Ach, Landgraaf.
Buiten viel zachtjes de avond over de Winselerhof.
En toen moest die hele ploeg van mr. Visser nog door duister en van conflictstof doorploegd Limburg terug naar Hilversum.
________