Een collega die af en aan naar India reisde vroeg ik eens: ‘Ken je eigenlijk Drenthe?’ Nee, was het antwoord. Hij kende Drenthe niet. En ook een groot deel van de rest van Nederland had zich nooit op zijn bezoek mogen verheugen. Later heeft hij dat nog wel eens ingehaald door daadwerkelijk Drenthe te bezoeken, hij heeft me daar nadrukkelijk van op de hoogte gebracht.
In de Volkskrant staat wekelijks een rubriek waarin de wonderlijkste vragen van lezers aan lezers wordt voorgelegd. Een paar maanden geleden ging het over de volgende kwestie: Oma wilde haar negenjarige nichtje meenemen op vakantie naar Malawi (of Zambia, die kant op, in ieder geval). Of dat wel verantwoord was? Het ging er daarbij kennelijk om, of je aan zo’n oude dame (ze was voorin in de zestig, als ik me goed herinner), wel een kind van negen mee kon geven naar een land in Zuidelijk Afrika. Wat ik vooral dacht: wat heeft die mevrouw zelf in dat land te zoeken en sterker nog: wat moet een kind van negen jaar daar doen? De lezers kwamen er niet uit, de een vond het onverantwoord, de ander vond het een unieke gelegenheid voor het kind om iets bijzonders mee te maken. Etc.
Toen we nog mochten genieten van het programma ‘De Vakantieman’ zat daar een tijdlang een onderdeel in, waarin mensen die op vakantie waren aan de Costa Brava in Spanje, op een blinde landkaart moesten aanwijzen waar ze zich op dat moment bevonden. De meeste kwamen uit in de buurt van Moskou, in Letland, in Schotland of in Denemarken. Nog mooi dat het geen kaart van de wereld was, anders hadden ze met het grootste gemak Lloret de Mar op de Zuidpool geschat.
Ook zag ik op tv bezoekers van Isla Margarita, een eiland voor de kust van Venezuela (voor de goede orde: in Zuid-Amerika), die dachten dat ze zich nog altijd in Europa bevonden.
Sinds de uitvinding van de TomTom is het probleem alleen maar groter geworden: als je reist ‘op navigatie’ hoef je gewoon niet meer te weten waar ter wereld je je bevindt, als je de plaats van bestemming hebt bereikt.
Een jongeman in mijn omgeving van tegen de twintig met havo-diploma vond dat hij gemakkelijk vanuit Heerlen op één dag Breda kon bezoeken en Enschede, die lagen immers op 151, respectievelijk 240 kilometer van Heerlen – 480 kilometer heen terug was een hele ruk, maar best te doen. Toen ik probeerde hem uit te leggen dat de reis integendeel 740 kilometer lang zou zijn, of toch minstens 595 kilometer, stuitte dat op onbegrip.
Daar moest ik allemaal aan denken toen ik het bericht hoorde dat de ‘schoolreisjes’ voor middelbare scholieren de ouders van de koters handenvol geld gingen kosten, nu reizen naar Zuid-Afrika, Peru, Canada of Australië tegenwoordig heel gewóne schoolreisjes zijn. Ze zijn niet zozeer bedoeld om de leerlingen het gevoel bij te brengen dat ze wel erg ver van huis zijn en terecht zijn gekomen in een land dat van Nederland zo ongeveer evenveel verschilt als van de maan. Maar vooral omdat het beeld van de school als mondiaal georiënteerd en dus ‘beter’ instituut wel zeer opgevijzeld zou worden door dergelijke tripjes het in het vooruitzicht te stellen. Waardoor de zozeer begeerde stroom leerlingen op gang zou komen.
Of er ook scholen zijn die Drenthe (of Breda, of Enschede)nog op het programma hebben staan, dat wordt er niet bij vermeld.
______