‘Mag ik een kopje koffie van u?’
‘Eén kopje?’
‘Ja graag.’
‘Maar dat gaat helaas niet. Minimum bestelling is twéé kopjes koffie.’
Zo ver is het nog niet, maar afgaande op de menukaarten van veel, vooral de duurdere restaurants in Levanto, mag je verwachten dat het binnen afzienbare tijd helemaal zo gek niet meer zal zijn.
Ik noem maar eens wat: de Levantese vissoep, de risotto met frutti di mare, de grigliata van diverse zeevis, de vis gebakken in zoutkorst, allemaal staan ze op de kaart, maar wel voor minimaal twee personen. De rest kennen we allemaal: de spaghetti bolognese, de trofie al pesto, de pasta con salsi di noci, die kunnen we zo langzamerhand thuis beter maken dan ze ze hier serveren.
Vorige week heb ik moeten doen wat ik echt alleen in het uiterste noodgeval doe: opstaan en overrichterzake het restaurant l’Oasi op Piazza Cavour verlaten. We waren wel met zijn tweeën maar de gerechten waarop ik me verheugd had staan haar weer minder aan, voor schaaldieren is ze allergisch.
‘Bestel gewoon twee porties,’ stelde ze voor, maar dat vind ik dan zonde en een hond hebben we niet. Bovendien was de vis in zoutkorst ‘zeven euro per honderd gram’ – dan zit je toch al gauw voor zeventig euro een hoofdgerechtje te nuttigen.
Het was onze laatste avond, en het mocht gerust wat kosten, maar nergens was nog plaats want alle restaurants zitten ook in september zowel voor lunch als diner mudvol, voornamelijk met pizza-eters. We weken uit naar een tent waar je van alle voorgerechten wat krijgt, maar veel daarvan was al niet veel meer voorhanden en wij kregen dingen op ons bord die overduidelijk uit een blik waren geklopt of uit de diepvries gehaald.
De hele week hadden we allerlei rare dingen meegemaakt. Zoals een salade van frutti di mare die vrijwel geheel uit inktvis bestond, met één uitzondering: er zat één garnaal bij, die in kleine stukjes was gesneden. Of een bord met zeker een pond gefrituurde zeevruchten, zoveel dat je niet alleen in je eentje de helft niet op krijgt, maar de andere helft je ook nog tegen gaat staan.
De tegame vernazzana – het pannetje van Vernazza – is een ovenschotel bestaande uit lagen tomaten, aardappelen en ansjovisjes, het was een smakelijk gerecht, maar wel heel erg basic, om niet te zeggen boers, en dat in een zeer hoog gelegen restaurant, met prachtig uitzicht over zee en sjiek gedekte tafels.
Intussen klagen de restaurateurs steen en been: in toenemende mate gaan de toeristen een aperitief drinken – bier of een spritz – en krijgen daar gratis flink bij te eten, stukken pizza en/of focaccia, chips, olijven, plakjes worst en ham. Gratis is trouwens een betekkelijk begrip: een spritz kost op de meeste plaatsen 6 euro, voor een fikse plas die voornamelijk uit water bestaat. Restaurant Vineria heeft een nieuwe stap gezet: nu staan de hapjes, gratis af te halen door degenen die aperitieven bestellen, klaar op een uitgebreid buffet. Resultaat is dat de klanten wegblijven, zeggen de restaurateurs, omdat ze bij de borrel al voldoende te eten hebben gehad. Hetgeen weer tegengesproken wordt door de mate waarin de tent mudvol zit voor lunch en diner.
De scherpzinnige lezer zal opmerken: ho wacht even, als die restaurants zo veel klanten trekken, dan zal het gebodene wel in de smaak vallen.
Dat zal ook best, maar ik zou zo graag weer eens willen merken dat er een vindingrijke kok in de keuken staat, of, bij ontstentenis daarvan, een nonna, een grootmoeder die het nog doet zoals het vroeger hoorde, toen er geen menukaarten waren en er alleen geserveerd werd wat op die dag op de markt voorhanden was.
Nou hup, niet zeiken, het was gezellig, je vulde je buik, je dronk een glas, deed een plas en constateerde dat je er, hoe dan ook, schitterend weer bij had.
Voor twee personen of meer.
En de volgende keer zoeken we een paar sjieke restaurants in Venetië weer eens op.
_______