Iedereen heeft er al een beetje zijn zegje over gezegd, maar een waarachtig atheïstisch geluid heb ik er nog niet over mogen vernemen. Ik bedoel de nieuwe tekst van het gebed getiteld Onze Vader.
Ik geef gevoelige belijders van diverse betrokken religies nu de gelegenheid ergens anders heen te gaan, ik noem maar wat, de website van De Telegraaf. Hier verder lezen gebeurt uitsluitend op eigen risico. De directie is niet verantwoordelijk voor enig onvoorzien ongerief.
Nou ja, atheïstisch: nuchter is misschien een beter woord.
‘Onze Vader die in de hemel zijt’. Is het jullie wel eens opgevallen dat in elk gebed keurig de geadresseerde in de eerste regel wordt genoemd? Kennelijk met de bedoeling dat niet Teresia van Lisieux, of die van Avila, beide bewoneressen van de hemel, denkt: hé, daar richt zich ineens iemand rechtstreeks tot mij!
‘Uw naam worde geheiligd’. Ik las vanmorgen in de krant dat op de middelbare scholen veel te weinig aan taal of cultuur wordt gedaan. Dus de opgroeiende jeugd is nu al gestuit op twee werkwoordsvormen die in het moderne onderwijs niet meer ter sprake komen: zijt, een archaïsche derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordig tijd van het werkwoord ‘zijn’, en ‘worde’, de derde persoon enkelvoud aanvoegende wijs van het werkwoord ‘worden’. Het is allemaal heel eenvoudig, maar je moet het even weten.
Dat geldt ook voor enkele werkwoordsvormen in het vervolg. Ik zeg het maar even bij.
Nu inhoudelijk verder.
‘Uw rijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel’. Dat is natuurlijk nogal boud gezegd. Ik bedoel, de bidder impliceert hier dat naar zijn mening de wil van God de Vader nú op aarde nog niet geschiedt zoals in de hemel, waar uiteraard alles beter geregeld is; hij wenst het de aangesprokene alleen maar toe, en vertelt er gemakshalve niet bij hoe hij daar zelf aan gaat bijdragen.
‘Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef onze schulden zoals wij onze schuldenaars vergeven.’ Alleen al die volgorde, die het bewijs is dat Bertold Brecht helemaal de spijker op de kop sloeg toen hij dichtte: Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral. En dan die vermaning aan het Opperwezen: wij hebben onze schuldenaren al vergeven, dan moet daar ook wat tegenover staan, dus kom nou maar eens over de brug met je ontslag van rechtsvervolging voor ons! Of minstens vrijspraak!
En als ik het Opperwezen was, dan zou ik onwillekeurig denken dat Ik hier een verwijt naar het Hoofd geslingerd krijg: ‘En leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’. Ik wil nog even afzien van het feit dat hier ineens een dader wordt aangewezen, ‘de boze’, in plaats van het boze of het kwaad. Die boze is, zou ik denken, van nature, als het ware, de dader van de verzoeking; degene die hier aan het bidden is heeft nog nooit gehoord van de essentiële taakverdeling in het metafysische: het Opperwezen is er voor het goede, de boze is er voor (de verzoeking tot) het kwade. toch? Of ligt het ingewikkelder? Nou ja, kijk maar. Ik leg intussen even aan de moderne middelbare scholier uit dat ‘verzoeking’ geen nieuw maar een heel oud woord is en gewoon ‘verleiding’ betekent; dan weten jullie allemaal meteen heel goed wat dat is.
Dan neemt de bidder voor de zekerheid in stilte nog even de voorgaande tekst door en denkt: oei, daar staan wel een paar dingen in die Onze Vader als onvriendelijk zou kunnen ervaren.
Dus nog maar snel als slot een potje byzantijns slijmen:
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid. Amen.
Maar dat van die 72 maagden, dat is met zo’n ondoordacht gebed nog lang niet zeker.
Lijkt mij.
________