Twee oude buurtgenoten staan op het punt om te verdwijnen. Eigenlijk drie, maar het gaat nu om de twee bomen in het gezelschap, een treurberk en een paardenkastanje. De treurberk heeft inmiddels het loodje gelegd.
Het waren ietwat lastige buren, die twee. Maar ook wel schoonheden.
De kastanje (hier in herfstkleur) laat in de loop van het jaar van alles vallen, van plakkende omwindsels van de bloesem tot de daaruit resulterende kastanjes en uiteindelijk het blad. De bloemen, kaarsen worden ze wel genoemd, zijn al 37 jaar de trouwe herauten van het hoogtepunt van de lente. De boom staat op de lijst van gezichtsbepalende bomen in de gemeente, maar hij lijkt ziek. Steeds vroeger in het jaar wordt het blad bruin, en tussen takken en stam vertonen zich vervaarlijke scheuren. De twee dames die hem ooit plantten zijn al heel lang naar de hemel, en buurman Jos heeft er, zacht gezegd, niet zoveel mee. Die is meer van het gras.
De berk is ooit door de Plantsoenendienst geplant, toen dat bedrijf nog die naam mocht hebben. Bij het verdelen van de lapjes grond die de gemeente daarna kwijt wilde, kwam de boom terecht bij de andere buurman, Erwin, die een soort haat-liefdeverhouding heeft met de boom. Het ding was werkelijk beeldschoon, had een schitterende schors en een stamomvang van een centimeter of tachtig. En hij was, mijn schatting, elf of twaalf meter hoog. Ooit is de top er al uit gehaald want de boom helde toen, en daarna nog steeds, vervaarlijk in Noordwestelijke richting – ik sluit niet uit dat ooit een Zuidwesterstorm hem zou hebben omgeduwd, waarna de overburen tijdelijk zouden moeten worden ondergebracht in de sporthal.
En dat is niet alles. Het hele jaar door zegende de boom de omwonenden met allerlei ongewenst materiaal. In het voorjaar met de uitgebloeide katjes, in de zomer met miljoenen zaden die tot in de diepste krochten van kelders, kruipruimten en autokoetswerken kropen, daarna de spectaculaire bladval en tussendoor bij harde wind dikke bossen doden takken.
Persoonlijk had ik ook nog grieven tegen de beide bomen: van september tot april schoof de zon in de loop van de dag achtereenvolgens achter de berk en de kastanje en daardoor verminderde de productie van de zonnepanelen op mijn dak gevoelig. Bovendien verhinderde die schaduw dat we ’s middags ons dagelijkse glaasje dronken in de late herfst- en vroege lentezon, ter opwarming van de oude botten.
De kastanje blijft (gelukkig) nog even.
Maar de treurberk heeft er toch aan moet geloven – de zuinige buurman heeft iemand gevonden die het karwei gratis opknapt, met medeneming van het kostelijke openhaardhout. Een kuub of drie, schat ik.
Ik heb voor de zekerheid maar een paar foto’s gemaakt van de berk, die de hoogste boom in de buurt was, en daarom een uitkijkpost vormde voor talloze eksters en houtduiven.
Ik ben niet zo gek op eksters en houtduiven. De eksters eten jonge merels en mezen, de houtduiven zijn stuitend dom en niet eens erg lekker.
De natuur, die wil wat.
________
Laatste reacties