Wat ik nu ga doen is heel gevaarlijk.
Ik ga jullie vertellen hoezeer ik nogal moet braken van de golf van affectparasitisme die over Nederland spoelt. (Het is overigens ruim vier jaar geleden dat ik een stukje schreef waarin die mooie aandoening ook genoemd werd: toen betrof het de ramp met een vliegtuig van Air Afriqiya in Libië.)
Het woord is een beknopte omschrijving van een neiging tot zwelgen in andermans leed.
Vanmorgen stond er een ingezonden stuk in de Limburgse krant waarin een lezer aangifte deed tegen André Rieu: die had vrijdagavond tijdens zijn zoveelste concert op het Vrijthof in Maastricht verzuimd aandacht te besteden aan de nationale ramp die Nederland had getroffen in het verre Oekraïne. Gelukkig hield de lezer zich in zoverre in dat hij nog geen strafmaat noemde die aan Rieu toebedeeld zou moeten worden.
Zojuist zag ik op Youtube een serieus zeventienjarig meisje dat een lied voor de slachtoffers had geschreven. Het was in het Engels, vermoedelijk omdat dat de voertaal op de verkeerstoren van het vliegveld is.
In navolging van de New York Times plaatste de Volkskrant biografietjes van alle slachtoffers op de website. Mij bekruipt het gevoel dat dat echt helemaal en totaal misplaatst is. Per dag overlijden in Nederland 370 mensen (bron: CBS). Waarom krijgen die niet allemaal een biografietje in de Volkskrant?
Nationale rouw, dat betekent dat de Nederlandse radio en televisie één grote psychotherapeutisch ziekenhuis wordt waarin ernstige beroepsbeoefenaren aan wanhopige vragenstellers uitleggen, hoe het beste gereageerd kan worden op een ramp als deze. Het enige lichtpunt is daarbij dat tegenwoordig niet meer de hele dag droevige (lees: populair klassieke) muziek wordt uitgezonden.
De commercie is nog het schijnheiligst van allemaal: ze willen op de dag van nationale rouw geen reclame uitzenden. Je verkoopt die dag toch niks.
Let wel: ik wil geen enkele afbreuk doen aan ernst en omvang van de ramp, en met name niet aan de noodzaak dat de schurken die het toestel neerhaalden zo snel mogelijk gepakt worden en berecht door het Internationaal Hof van Justitie. Maar dat zal wel een wensdroom blijven.
Ik ga ook niet uitleggen wat ik zou doen als ik buurman, kennis of collega was van de nabestaande – alleen al omdat ik er bescheidenerwijs het zwijgen toe zou moeten doen; gewoon omdat ik met de mond vol tanden sta. Nabestaanden willen misschien gewoon met rust gelaten worden en niet doodgegooid met bosjes bloemen en knuffels en zweterige omhelzingen. Of misschien ook wel, of beide, ik heb geen idee.
En omdat ik geen verhelderende oplossing zou kunnen aandragen waar iemand iets aan heeft: waarom uitgerekend dit toestel geraakt werd, van de driehonderd commerciële machines die die dag het Oekraïense luchtruim doorkliefden.
Hier vlakbij is een autoweg, waar een paar maanden geleden een dodelijk ongeluk is gebeurd. Op de plaats van het ongeval staat een kruis met daarop de tekst: Waarom jij?
Dat is in ieder geval een vraag waarop het hele legertje psychologen ten eeuwigen dage het antwoord schuldig zal moeten blijven.
Hoogstens kan een verhelderende tegenvraag zijn: waarom niet iemand anders?
______