Althans: dat vermoeden begint te rijzen.
Twee voorbeelden: ik heb een oude Volvo V40 met een tankinhoud die volgens het bijbehorende boekje ongeveer 60 liter bedraagt. Ik merk tot mijn schrik dat de tank vrijwel leeg is, maar ik bereik het dichtstbijzijnde Duitse tankstation toch nog. Ik tank en kijk verbaasd naar de meter van de pomp: er is 68 liter ingegaan.
Bij het tankstation bij een supermarkt in een nabije middelgrote Duitse stad is de benzine het goedkoopst, zelfs naar Duitse begrippen: 1 euro 53.8 per liter Euro 95. Ditmaal ben ik met de Smart Fortwo van 2002, die volgens het boekje een tankinhoud heeft van 33 liter. Op de meter in de auto wordt dat uitgedrukt in vijf ‘bolletjes’. Twee van de vijf zijn nog zwart. Dat zou betekenen dat er nog ergens tussen de 12 en 15 liter benzine in de tank zit, ik neem het ruim, benzinemeters in auto’s zijn niet erg nauwkeurig. Je mag verwachten dat er tussen de 18 en 21 liter ingaat.
Ik tank wederom vol: er gaat 26.18 liter Euro 95 in. Dat betekent dat ik ineens 1 op 12.7 heb gereden, met een 600 cc driecylinder turbo die ooit 1 op 23 liep, maar de laatste jaren was gezakt tot 1 op 16 en soms 1 op 20. Daar zit dus geen miniem verschil in dat verklaarbaar zou zijn door de temperatuur van de brandstof, of door onnauwkeurig gemeten tankinhoud, maar rond de twintig procent; gewoon, zou ik denken, doordat men in Duitsland kleine litertjes verkoopt.
Die, als het waar is wat ik donkerbruin vermoed, omgerekend naar echte liters, zowat twee euro zouden kosten.
Zo kan ik ook wereldkampioen worden.