Dit schreef ik op het moment dat mijn weblog al een dag of vijf niet te bereiken was, en ik er dus ook geen stukjes op kon plaatsen. De moed om dan toch een stukje te schrijven moest ik onder een zekere dwang overeind houden; hoewel ik beweer dat ik ze voor mezelf schrijf is de publicatiegewoonte van een jaar of twintig mij niet in de koude kleren gaan zitten.
De ‘host’ van mijn weblog is Typepad, een in Californië gevestigd bedrijf. Vroeger kostte de ‘huur’ van het internetadres en de ruimte die je weblog inneemt tegen de honderd euro per jaar, een bedrag dat ik er graag voor over had. Voor dat geld kon je ook beschikken over een Nederlandstalige en zeer alerte helpdesk – als er wel eens wat was, dan zat je hoogstens een uur of twee offline.
Vorig jaar bleek een bezuinigingsronde noodzakelijk – meest in het oog springende gevolg was de terugtrekking van Typepad uit Europa. Voor de bloggers in dat werelddeel een nadeel met een voordeel: in ruil voor het verdwijnen van de Nederlandstalige helpdesk was de huur van het weblog voortaan gratis. Als je hulp nodig had kon je die toch vragen, het moest in het Engels en het ging wat trager, maar het bleef ruim voldoende.
Tot Typepad vorige week dus toetrad tot het legioen van internetwinkels die de laatste tijd getroffen werden door een DDoS-aanval – een of andere gek die zich verveelt stuurt dan een enorme massa gegevens naar een bepaalde website, waardoor de desbetreffende dienst verstopt raakt en uitvalt. Ik ben volledig a-digitaal, dus ik heb geen idee, maar uit de noodkreten die sinds Tweede Paasdag uit Californië komen, zitten ze daar volledig met de handen in elkaars haar. Ze werken 24/7, zoals dat heet, aan een oplossing. Het is ook niet zo makkelijk: de aanval blijft namelijk doorgaan tot het slachtoffer het ‘losgeld’ heeft betaald, niet in internet- maar in echt geld. Het kan ook zijn dat Typepad een beetje traag werkt om de FBI de gelegenheid te geven de desbetreffende struikrover in de kraag te grijpen, hoewel ik daar dan weer beeld bij heb: van een naald in een hooiberg. Van twee hooibergen, terwijl de naald in de derde zit.
De vorige relatie van mij die een DDoS aanval doorstond was ING, zonder dewelke mijn betalingsverkeer en dat van miljoenen anderen piepend en kreunend tot stilstand komt. Na afloop – of en hoeveel ING betaalde is niet bekend – was al mijn geld nog aanwezig op de internetbankiersite. Mij valt nu op dat ING in vrijwel totale radiostilte werkte aan een oplossing, terwijl Typepad nog net niet moord en brand schreeuwt en maar blijft verzekeren dat er geen gegevens verloren gaan.
Wij zullen zien.
Als we natuurlijk ooit nog wat te zien krijgen. Of het door een vergelijkbare oorzaak kwam, dat weet ik niet, maar toen mijn zevenduizend foto’s van Webshots naar Smile waren overgeheveld was er wel degelijk van alles verloren gegaan, zoals fotobijschriften en overzichtelijke indeling in albums. Vorige week kreeg ik de boodschap dat ook Smile het niet gered had en dat alle foto’s waren vernietigd. Gelukkig heb ik nooit zo sterk op Webshots vertrouwd dat ik wel gezorgd heb dat de originelen hier op drie verschillende externe harde schijven staan.
Niettemin doemt een somber toekomstvisioen op.
Ons is wijsgemaakt dat als het internetadres maar begint met ‘https’ in plaats van met alleen maar ‘http’, dat daar je spullen honderd procent veilig opgeborgen zouden zijn.
ING en Typepad hebben alle twee een adres dat begint met ‘https’.
Ik ben bang dat we aan het vooravond staan van de ondergang van het internet als een handige manier om je geld te beheren, je gedachten te publiceren en je bioscoopkaartjes te reserveren.
Ik ben een pessimist, ik geef het toe. Maar de optimist kijkt werkeloos toe, vertrouwend op het almachtige en niet weg te denken internet.
De pessimist daarentegen gaat in een ouderwets handboek kijken hoe je ook weer van niets vuur kunt maken.
_______