Vanmorgen gaf ik mezelf helemaal gelijk: ik was niet, zoals gebruikelijk, rond half acht opgestaan, maar las door tot ik de laatste pagina’s van Roth Unbound van Claudia Roth Pierpont uit had. Op de een of andere manier wist ik dat het boek, na de bespreking van het laatste boek van Philip Roth, nog iets voor me in petto zou hebben. En inderdaad.
Roth Pierpont (geen familie) voegde na beëindiging van haar relaas nog een paar pagina’s met losse anekdotes toe. De laatste was een verslag van een bezoek dat ze samen met Philip Roth, op een niet nader genoemde datum in een zeer recent verleden, bracht aan de Carnegie Hall in New York. Ze herinnert zich dat Roth eigenlijk niet veel moest hebben van Die Kunst der Fuge van Bach. ‘Vier gekken in een gekkenhuis! Allemaal keihard aan het schreeuwen! En dan blijken ze allemaal bij elkaar te horen.’
En dan komt het. Het recital door het Emerson String Quartet wordt besloten met een stuk dat ik ooit (op aanraden van Jos F.) uitkoos voor mijn eigen uitvaartplechtigheid (en intussen als ‘te droevig’ weer heb geschrapt): de Sonate opus 130 van Beethoven, compleet met de altijd tegelijk gespeelde Grote fuga. Terwijl hij een taxi probeert te laten stoppen en intussen door allerlei voorbijgangers wordt gecomplimenteerd, hoort Roth Pierpont dat Philip de Grote fuga neuriet. Lees verder op Boek & Film