Het Journaal had zowaar twee buitenlandse toeristen gevonden op het Noordzeestrand; beide zagen het niet zo somber in met de plannen voor windmolenparken langs de kust.
Hun mening – geen idee of ze representatief zijn – wordt niet gedeeld door de middenstanders die het strand exploiteren als broodwinning. Daarover straks.
Maar eerst dit: kijk eens naar de foto op deze site (klik daar op het tweede plaatje van boven) Als het strand een beetje breed is, uit lekker zand bestaat, en de zee erlangs redelijk schoon is, niet te diep en zonder gevaarlijke stromingen, dan komt het publiek er massaal op af. Vooral als er ook nog een paar aantrekkelijke strandtenten zijn. En dus ook als dat moet tegen het decor van de Hoogovens, tegenwoordig Corus geheten. Ook in de buurt van Hoek van Holland zie je dergelijke taferelen. Niemand die er zelfs maar op let, die vervaarlijke installaties die rookwolken uitblazen – zolang de rook maar niet over het strand waait.
In het Journaal zagen we vanavond de molens in de buurt van Bergen, maar enkele kilometers van het ‘Hoogovenstrand’. Daar staan de molens van het tot nu toe gerealiseerde windmolenpark. Het beste kun je ze bekijken met een verrekijker, de meeste tijd zie je ze zelfs daarmee niet. Termen als ‘een hek’, ‘geen vrij uitzicht’, ‘we zitten achter tralies’ kunnen uitsluitend komen uit de mond van de zuurpruimen die het internet bevolken en letterlijk overal ‘tegen’ zijn.
Nu heeft de neringdoende middenstand zich ook bij dat naargeestig gezelschap aangesloten. Het kost drieduizend mensen hun baan (alsof dat de gemiddelde middenstander aan de reet zal roesten) en de omzet gaat omlaag (dat roest wel degelijk). Ze kennen hun klanten niet eens, want die liggen met de ogen dicht te bakken of lopen langs het strand, sommigen kijken daarbij naar passerende schepen, maar de meeste naar eventuele mooie meiden of jongens (of zoeken schelpen, kan natuurlijk ook).
Ik vind ook dat die windmolens eigenlijk overbodig zouden moeten zijn. Een kwestie van gewoon flink wat minder stroom gebruiken. De Hoogovens van Corus maken staal en daarvoor moet ijzer gesmolten worden – dat gaat deels elektrisch. De kunstmestfabriek daar in de buurt draait helemaal op elektriciteit. De halve groente- en fruitteelt in Nederland draait op stroom, en wie heeft er geen wasmachine, afwasmachine en wasdroger? De mensen op het strand gebruiken thuis gedachteloos de magnetron en de oven, ze laten overal licht branden, als het kan met stroomverslindende gloeilampen (gezellig!) en maaien hun postzegel gras met een elektrische machine, ze blazen blad, knippen de heg elektrisch en gaan ’s avonds naar het voetballen in felverlichte stadions.
Allemaal afschaffen of flink minderen, zou je zeggen. Scheelt in het stroomverbruik waardoor je windmolenparken wellicht geheel of minstens gedeeltelijk overbodig kunt maken.
Dat kost wel wat meer dan drieduizend banen bij de wit- en bruingoedgiganten van deze wereld, maar wat wil je dán?
Windmolens?
Of toch maar gewoon kolencentrales waarvan de generaties na ons, als die er nog zijn, de rotzooi mogen opruimen?
Toch?
_______