Vandaag maar eens een petererdevriesje.
Maar eerst dit: ik ga me niet verdedigen omdat ik gisteren naar de film ‘Toscaanse Bruiloft’ ben geweest. Wat ik ervan wil zeggen is, dat het een bekwaam gemaakte film is met veel vaart, oog voor detail, goed acteerwerk. Het verhaal verloopt ietwat rommelig zodat je niet steeds weet wat er nu weer aan de hand is en verder kun je opmerken dat het een rolprent is die in beginsel nogal lijkt op Four weddings and a funeral, al gaat het hier om maar drie huwelijken en een begrafenis.
De film speelt ook terecht een beetje de draak met de Toscane-hype die heerst in grachtengordelkringen (‘lekker Toscaans sfeertje’ zeiden de jongens van Jiskefet al) en waarvan een Hollandse bruiloft in Toscane – georganiseerd door een naar Toscane geëmigreerde wedding planner (Sophie van Oers) en haar ouders – een van de uitwassen is.
Regisseur Nijenhuis maakt ook gretig gebruik van de gelegenheid om de draak te steken met de gewoonten van het medisch-juridisch rapalje dat de grachtengordel en Amsterdam Zuidoost bevolkt en die buiten een fikse dosis studentikoze kinderachtigheid en al dat kosmopolitisme toch graag de spaghetti carbonara met een klats room nuttigt – een misdaad tegen de menselijkheid waarop in Italië, zoals een Italiaanse kok in de film terecht opmerkt, de doodstraf staat. Een typisch Italiaans fenomeen moet het ook ontgelden: de neiging van Italiaanse ouders het enigszins te betreuren dat hun zoon het oog heeft laten vallen op een ‘buitenlandse’. (‘Ze eten hun friet met mayonaise!’)
Zo zijn er meer aardige dingetjes, bijvoorbeeld de close-up die je ziet van de tamelijk bloederige bistecca fiorentina die Koos (Dirk Zeelenberg) eet, vlak nadat hij zijn per ongeluk na 25 jaar teruggevonden geliefde Maria (Simone Kleinsma) gedetailleerd heeft verteld hoe ze haar gezicht het best door een plastisch chirurg kan laten pletten.
Nou is het toch nog een soort recensie geworden.
Dus gauw door naar een paar devriesjes. Bijvoorbeeld: een deel van de doodsjieke bruiloftsgasten komt aan in een busje van een camping. (Norcenni Girasole, in Figline Valdarno). Als Maria ziet dat haar man (Ernst Daniël Smid) een hartaanval krijgt, moet ze van schrik per ongeluk een fles rode wijn omgooien, zodat we ‘bloed’ zien vloeien. Maar ze het doet het wel erg expres.
En wat me blijft intrigeren: Jeroen (Jan Kooijman) die de jeune premier en mannelijke hoofdrol speelt, arriveert op de plek van de bruiloft in een antieke rode Alfa Romeo GTV 2000 Bertone (de auto staat te koop op internet). Bij de RDW is de wagen niet terug te vinden, kenteken RP-36-74, maar dat kan van alles betekenen. Wat me wel intrigeert: Jeroen zie je twee keer in hetzelfde model, maar dan met een kenteken dat met XX begint.
Hier zo Peter R. niet alleen de vinger op een fout willen leggen – noem het rustig een blooper – maar hij zou ook een heel uur op tv diepzinnig de kijker aanstarend kunnen gaan graven naar het leed dat hierachter steekt.
De film schijnt een groot succes te zijn. In de reusachtige bioscoop (500 plaatsen of zo) in Kerkrade waar Djamila en ik hem zagen, zaten er buiten ons nog vijf mensen. Daar staat tegenover dat we zo konden binnenlopen, zonder dat ons naar kaartjes werd gevraagd.
En wat ik ook wel eens zou willen weten: op de titelrol zag ik een stuk of vijftien typische Oekraïense namen. WTF?
_______