In het plaatselijk ochtendblad lees ik vanmorgen in een overlijdensadvertentie: ‘…na een oneerlijke strijd overleden…’ Nieuwe trend in het uitvaartwezen: natrappen!
Maar het leven gaat door en één ding moet je daarbij tot elke prijs zien te vermijden. Je krijgt een leuke schnabbel – voor de jongelui: je krijgt als zzp’er een project – die een tijdje loopt, sterker: voor onbepaalde tijd is aangegaan. En dan moet je dus toch vermijden dat de opbrengst deel gaat uitmaken van je dagelijkse budget, waar je brood van koopt en wijn en appeltjes en erger nog: je nieuwe auto van gaat afbetalen. Of een hypotheek regelt die gebaseerd is op die uitbreiding van het inkomen.
En dat wordt je schnabbel, in casu het krantje waarvoor je werkt, onderuit gehaald omdat de adverteerders het de rug toekeren, en krijgt je inkomen, dat je in de loop van de jaren als vast was gaan beschouwen, een klap waarbij vergeleken de korting van je pensioen van vorig jaar kinderspel was.
(Even tussen haakjes en vooral voor de duidelijkheid: wat ik in de vorige alinea schrijf, is natuurlijk hypothetisch en de verwachting is dat het krantje net als elk jaar weer opkrabbelt en tot in lengte van jaren zal blijven bestaan.)
Hoe dan ook: onwillekeurig ga je toch zitten bedenken wat je zou moeten doen. En dan gaan de gedachten naar de afgelopen maanden toen het financieel een compleet circus was. Elke dag stopte er wel een bestelwagentje voor de deur en er waren ook dagen bij waarop er twee of drie opdoken om soms wel twee of drie kleine of grote pakketten af te leveren, besteld via internet. Wat mijzelf betreft: vooral boeken, planken vol – met onbegrijpelijke krachtsinspanning heb ik weten te voorkomen dat ik maar weer eens een digitale camera kocht, een cruise boekte of inging op een bijzondere aanbieding Brunello di Montalcino.
Af en toe zag ik het ’s nachts, als ik wakker werd, opeens somber in: als de schnabbel zou stoppen – dat doet hij niet, ik herhaal het nog maar eens – dan konden we altijd weer te duur uitvallende vakanties vergeten, zouden we het sparen tot het uiterste moeten beperken, moesten we de wijnhobby drastisch inperken, konden we uit eten gaan wel vergeten en zou ik op zekere dag de hele boekenvoorraad opnieuw moeten gaan lezen in plaats van aanvullen.
Maar hoe deden we dat dan vóór ik aan ‘het project’ begon? Toen leefden we er ook goed van, toch? Nou dan, dat moet voortaan wéér kunnen.
De winst is vooral dat ik veel mensen in het dorp heb leren kennen en zelfs weet wie hoort bij de plaatselijke maffia.
Een ervaring en rijker en nauwelijks armer, wat wil je nog meer?
_______