Wat hebben Chantal Janzen, Lies Visschedijk, Annemarie van Gaal, Huub Stapel en Kelly Weekers met elkaar gemeen? Ik zal het maar meteen zeggen: ze zijn in een plaats in de provincie Limburg geboren, hebben er ooit gewoond, wonen er nu of zijn er ooit op vakantie geweest.
En dat is de reden waarom ik reikhalzend uitkijk naar het moment waarop ik het abonnement op het Limburgs Dagblad, dat ik voor een halfjaar ben aangegaan en waarmee ik nu ongeveer halverwege ben, met een zucht van verlichting weet kan opzeggen. De neiging om bij mensen op wie het van toepassing is te vermelden of ze ‘Limburger’ zijn.
De namen die ik noemde zijn alleen maar die welke genoemd worden in een zaterdags roddelrubriekje in het LD, dat verder best leuk is, maar je wordt er echt tureluurs van dat bij iedereen wordt genoemd dat ze in Heel of Tegelen of Reuver of Mook zijn geboren en/of getogen, en dat allemaal in het kader van het feit dat het Limburgs Dagblad, het woord zegt het al, een regionale krant is die in vrijwel de gehele provincie Limburg verschijnt. (Het ligt iets ingewikkelder maar dat doet in dit geval niet ter zake.)
Ik noem natuurlijk met opzet die vier plaatsen die allemaal op honderd of meer kilometers van hier liggen, maar dat is niet mijn voornaamste bezwaar tegen het met bijna ziekelijke vasthoudendheid noemen van het Limburgse aspect van iemands leven. Waarbij ook nog eens het vermoeden rijst dat je dus niet in die krant komt als er niks Limburgs aan je blijkt te kleven. (Dat is het lot dat mij staat te wachten. Ik woon met een kleine onderbreking 46 jaar in Limburg, maar ik kom uit Gelderland. Fout!)
Het is overigens niets nieuws, het lijkt alleen de laatste tijd epidemische vormen aan te nemen.
Ik werkte ooit bij die krant en toen ik eens een reportagereis naar Kenia ging maken, drong een van de collega’s op de redactie er op aan dat ik zou aankloppen bij de bisschop van Kisumu, Jan de Reeper, want dat was een Limburger die uit Echt afkomstig zou zijn. Toen ik aanklopte bij diens huis stond ik tegenover een boze bisschop: enkele jaren eerder was een andere collega van mij bij hem aan de deur geweest, de bisschop had zich laten interviewen en die collega had naar het oordeel van zijne eminentie een ongunstig artikel over hem geschreven. Dus had ik vergeefs bij hem aangeklopt. (Het was geen vergeefse reis, want ik moest toevallig toch in Kisumu zijn.)
Zijn eminentie staat nog wel in Wikipedia – hij blijkt geboren in Den Bosch. Het gewraakte interview is te vinden op de website www.delpher.nl, en dat artikel blijkt wel iets Limburgs te hebben gehad: de bisschop was aanhanger van bisschop Gijsen van Roermond, die trouwens ook al geen Limburger was. (Gijsen was geboren in Oeffelt, en dat is in Noord-Brabant – al hoefde je aldaar de Maas maar over te zwemmen om in Gennep en daarmee in Limburg te zijn. Ook al honderd kilometer hiervandaan.)
Ik was blij dat de bisschop een interview weigerde – zodoende hoefde ik niet, naar nu dus blijkt zelfs ten onrechte – te vermelden dat de goede man een Limburger zou zijn geweest. En dat hij daar in Kisumu, waar waarachtig wel urgentere zaken aan de orde waren, zat na te denken over de ovulatie ‘bij de vrouw’ en de daarbij uit de schede tredende in diverse kleuren verkrijgbare uitscheiding. Ik verzin dit niet.
Waar komt die dwangmatige neiging toch vandaan om van iedereen die in het nieuws is te vermelden dat hij of zij al of niet ooit voet op Limburgse bodem heeft gezet? Hoe vaak komt het voor, dat iemand zo’n opmerkelijke carrière maakt dat het in de krant mag, als gevolg van de plaats waar hij of zij vandaag komt?
Of is het een soort minderwaardigheidsgevoel dat wordt bestreden met het noemen van roemruchte, intelligente en/of gehaaide mensen die je met een beetje moeite ‘Limburger’ zou kunnen noemen?
______