Het moet omstreeks 5 januari 1976 zijn geweest dat ik tijdelijk een troosteloze jarenvijftigflat in Den Haag betrok. Het was de flat van tante Janny die om redenen die er verder niet toe doen de flat niet bewoonde maar wel, compleet gemeubileerd en gebruiksklaar, achter de hand hield. Ik kon er dus tijdelijk verblijven, in afwachting van een meer definitieve huisvesting in mijn nieuwe standplaats Den Haag.
Voor het eerst van mijn leven was ik helemaal alleen. Ik deed de raarste dingen. Zo stond ik vroeg op, kocht een Volkskrant en ging die op het ijskoude strand van Kijkduin lezen, terwijl ik er flink de pas in zette.
En ’s nachts, als de eenzaamheid pas echt toesloeg, sliep ik met de radio aan.
Ik noem opzettelijk de datum 5 januari 1976, omdat op die dag de eerste uitzending van het radioprogramma Met het oog op morgen plaats vond. Het kan best zijn dat ik er pas na een paar dagen of zelfs weken in viel, maar hoe dan ook: het programma van elf tot twaalf hielp me bij te blijven met het nieuws en me een beetje minder kil en eenzaam te voelen in die troosteloze buurt in die troosteloze uithoek van Den Haag – het was zowat in Wateringen, dus dan begrijp je het wel. Om de ramp in zijn volle omvang te tonen moet ik de straatnaam noemen: de Wantsnijdersgaarde.
Jaren luisterde ik naar dat programma, maar intussen ontstond het internet en waren er voortreffelijke nieuwsprogramma’s op de tv – overdag werd je tot bijna vervelens toe bijgepraat door Radio 1. En Kees Buurman, de uitvinder van MHOOM, ging dood.
Kortom, ik luisterde steeds minder naar Het Oog, hoe illuster de lijst van presentatoren ook mocht zijn, intussen. Ik vertrouwde erop dat het zonder mij ook wel zou lukken, kreeg nog mee dat sinds 1980 rond de Dodenherdenking de zanger van de tune Reinhardt Mey een paar keer afgelost werd door iets anders omdat je rond begin mei een hoop mensen leed deed met een Duits lied. En hoewel het van het begin af aan een eigenaardige keuze was geweest als tune voor het programma, is het inmiddels zo vastgeroest dat de oude Duitse bard ook bij het honderdjarig bestaan van MHOOM, op 5 januari 2076, nog altijd zal zingen over dingen die dan allang niet meer mogen, zoals eine Zigarette und ein letztes Glas im Steh’n.
Maar goed, intussen dus ohne mich. Want als ik in bed lig, slaap ik binnen een minuut.
Gisteravond was MHOOM er voor de dertienduizendste keer, tijd voor een feestje. En ik besloot: ik moet dit horen. Liggend in bed uiteraard, al was het maar for old time’s sake.
Ik kan kort zijn: toen ik om tien over twaalf de wekkerradio uitklikte had ik in totaal tien minuten van het programma gehoord, onder andere Twan Huys die omstandig uitlegde hoe dat zat met de nieuwe burgemeester van New York. Typerend: dat verhaal had hij eerder op de avond ook al verteld, in DWDD.
Ik had ook nog gehoord hoe Youp van ’t Hek, vlak voor twaalven binnengekomen na een avond grappen maken in Carré, schor als een kraai, het lied van R. Mey aanhief.
Ik draaide me om en in de seconde waarin ik weer insliep dacht ik: wat een leuk programma, eigenlijk.
Jammer van dat onmogelijke tijdstip.
________
Laatste reacties