Hoe lang heb ik dat horloge al, het is van het Deense merk Skagen, en ik kreeg het van Djamila voor een verjaardag in een inmiddels grijs verleden. Ik meen me te herinneren dat het voor haar een van haar eerste aankopen op internet was.
Ik vind het horloge prachtig, met name de geraffineerde vormgeving van de kast die daardoor onmogelijk dun lijkt. Het klokje geeft de uren en minuten aan, verder niks, en dat vind ik mooi – die moderne klokken van een kilo die veel weg hebben van de cockpit van een vliegtuig uit de jaren veertig vind ik wat overdreven.
Mijn horloge heeft ook geen automatisch opwindmechanisme, zodat er om de paar jaar een nieuwe batterij in moet.
De internetwinkel doet dat natuurlijk niet, en zelf begin ik er niet aan.
En dus moet een horlogeverkoper in het dorp eraan geloven.
De eerste keer dat ik me er meldde, kreeg ik een preek te horen: ja ja, wel goedkoop op internet kopen maar als er iets mee mis is, dan kan de dorpshorlogier opdraven. Als ik maar goed begreep dat hij er geen gewoonte van ging maken. Hij wilde het ditmaal nog wel eens voor me doen, maar dan was het ook afgelopen.
Ik telde enkele euro’s neer en kon enigszins bedremmeld naar huis met een weer lopend en gelijkgezet horloge. En met de gedachte: over vijf jaar zien we verder.
Vorige week was het weer eens zover. En ineens stond ik er weer enigszins beschroomd tegenover om naar de horlogeboer te gaan en te zeggen dat er weer een nieuwe batterij in moest. Ik bekeek de horlogekast thuis nog eens goed: misschien kon ik het toch zelf doen. Maar ik zag al gauw van dat plan af, om bovenbedoelde reden.
Er restte me niets anders dan me gewoon weer bij de norse horlogeman te vervoegen. Onderweg in het winkelcentrum bedacht ik nog dat ik, als ik weer zo’n preek kreeg, zou zeggen dat ik er niks aan kon doen dat het horloge op internet was gekocht: ik had het cadeau gekregen, en dat was niets anders dan de waarheid.
Maar de tijden zijn veranderd. Ook de plaatselijke witgoedhandelaar komt intussen zonder morren langs om een afwasmachine te repareren die hij zelf niet heeft geleverd; enkele jaren geleden was dat nog ondenkbaar.
De horlogeman kwam uit zijn kantoortje achter de winkel, griste zonder iets te zeggen mijn horloge van de toonbank, verdween naar achteren en kwam er binnen een minuut mee terug. Het horloge liep weer en wees de juiste tijd aan. ‘Tien euro,’ zei hij, zijn enige tekst, ik betaalde en was weg. Hij ook.
De vriendelijke maar uiteraard valse voorkomendheid van de echte ondernemer bewaart hij voor mensen die wel horloges bij hem kopen.
_______