Typisch Italiaans gesprek.
‘Nee, voor postzegels moet u bij het postkantoor zijn, eerste straat rechts, een eind verderop aan de linkerkant,’ zegt de mevrouw van de Tabacchi op de Via Dante in Levanto. Er moet dringend een aangezichtskaart naar een zeer oude dame in Nederland, en daar zal toch een postzegel op moeten.
Ik loop dus naar het postkantoor, er staat een lange rij voor een van de loketten, een bekend gezicht op Italiaanse postkantoren die nog echt ouderwets zijn, met ambtenaren die de klanten met zo groot mogelijke minachting behandelen, de pensioenen uitbetalen of ze het uit eigen zak bekostigen en in woord en geschrift de Italiaanse versie van het Mandarijn hanteren. Gelukkig zie ik nog iets: naast het loket is een stuk papier opgehangen met in handschrift de tekst ‘No Stamps’.
Je zult toch maar een dringende brief moeten versturen. Of desnoods een dringende aangezichtskaart,.
Ik ga even terug naar de Tabacchi en zeg tegen de dame die daar de kraskaarten en de kranten aan de man brengt: ‘Dit is nu het Italië waar ik gek op ben.’
‘Zeker geen postzegels?’ zegt ze.
‘Nee, No Stamps, staat er.’
‘Ja, dat wist ik.’
‘Maar wat is er dan aan de hand? Ik ben opgegroeid in de wetenschap dat je in Italië uitsluitend postzegels kunt kopen bij de Tabacchi.’ (Ik herinner me een postambtenaar in het postkantoor op de Piazza della Repubblica in Firenze die met één woord reageerde op mijn bestelling van een postzegel: ‘Tabacchi’, en om mij heen de volgende klant aansprak.)
‘Hahaha! Dat is ook zo,’riposteert de dame van de Tabacchi in Levanto, ‘Maar wij moeten ze zelf eerst kopen. Bij de post!’roept ze uit. ‘En daar verkopen ze nu al twee weken nee.’
‘Dat is lekker rustig, er wordt dus al twee weken geen post verstuurd vanuit Levanto.’
‘Jawel, je kunt met je poststukken in de rij gaan staan bij de post, daar worden ze dan tegen betaling afgestempeld.’
‘Dat is nu precies waarom ik zo gek ben op Italië,’ herhaal ik.
Zij is iets minder geamuseerd. Want er volgt een stortvloed die ik helaas niet helemaal kan bijbenen, maar waaruit ik opmerk dat eventuele protesten tegen het gedrag van de postambtenaren op ingewikkelde papieren formulieren in Rome moeten worden ingediend waar ze voor altijd zullen verdwijnen in de bureaucratische machinerie aldaar; en ik besef: Rome is op die manier ineens wel heel ver weg, ja.
Ik mompel bedremmeld dat het me spijt en besluit de kaart naar oma volgende week mee naar huis te nemen en daar te posten, voorzien van een Nederlandse postzegel.
Het zou me verwonderen als het ouwe mens het zou merken. En de kaart is er hoe dan ook vlugger dan met de Poste Italiane.
_________
Naschrift: Even twee dingen voor de duidelijkheid. De hierboven beschreven chaos is ontstaan door de privatisering van de Poste Italiane, nog geen maand geleden. Dat heeft natuurlijk niks te maken met de verkrijgbaarheid van postzegels, in andere landen, maar dus wel in Italië.
Punt 2: het bestaan van de Tabacchi is voortgevloeid uit het bestaan van een aantal staatsmonopolies, te weten die op tabak, op zout en op een uitgebreide reeks van allerlei zegels, waaronder die van de post, toen ook nog een staatsmonopolie. Het ging om tabak die in Italië werd geproduceerd en verwerkt, het zout idem, en de zegels: dat lag voor de hand. De winkels met het Tabacchi e sali e valori bollati-bord waren onderdeel van een soort franchisingsysteem, waardoor een kleine ondernemer een basis had voor zijn overige handel in kranten, loten en allerlei snuisterijen. Intussen zien we nu dus het einde van de laatste der staatsmonopolies. Het laatste bastion, dat van de postzegels, is zojuist gevallen.