‘Het was ook wel heel erg,’ zei Paul Witteman, telg uit een geslacht van musici en componisten, en hij had er gelijk in. Hem was juist een treurig overzicht verschaft van Nederlandse bijdragen aan het Eurovisie Songfestival van de laatste jaren. Neem me even niet kwalijk, wat hadden we de afgelopen negen jaar ook te bieden, die Indiaan, dat meisje met weelderige vormen, de glimmende jongens, de Volendammers, wat denk je wel? Dat doen ze in Estland kennelijk ongezien beter, om nog maar even te zwijgen van Litouwen, Moldova en Montenegro. Montenegro is een arm landje, maar wat zouden die andere twee betaald hebben om in de finale te komen? Iets anders kan ik me niet voorstellen, gehoord het gebodene. Of misschien vinden die toeslagtrekkers het echt heel mooi.
Stel je voor, ik was nog blijven steken bij die mooie sterrenring van Eurovisie uit de jaren vijftig, maar ook dat blijkt niet heilig te zijn geweest en dus is er een wezenloos bewegend ringetje voor de in de plaats gekomen, gelukkig nog wel met als muziek het Te Deum van Marc-Antoine Charpentier, en (nog) zonder DJ Armin van Buuren. Maar iemand die zichzelf respecteert, kijkt en luistert natuurlijk niet naar het Eurovisie Songfestival, waar de laatste twintig jaar of zo allerlei landen zonder bestaansrecht niet alleen aan deelnemen, maar zelfs winnen, zij het dan dat ze dat nog om beurten doen.
Maar dit jaar was het anders, want Anouk doet mee, en Anouk is een artieste die iets kan, in tegenstelling tot al die kwelers en crooners die het Songfestival bevolken. Heel dapper dat ze meedoet, als kat in een vreemd pakhuis – haar carrière zal het niet bevorderen noch hinderen.
Hoe dan ook: gisteravond was dat prachtige lied Birds van Anouk het enige dat er echt uitsprong, een vreemde eend in de bijt, een onschuldige schoonheid verdwaald in een bordeel, een vlag op een modderschuit.
Het zal ook geen totale afgang zijn als ze zaterdag niet wint van de ruimtevaarders, de Oekraïense reuzen van twee meter zestig en ander onweer, vuurwerk en uitzinnig springende meiden.
En ik ga niet kijken.
Kom op zeg, weer heel dat geweld uit Moldova en Litouwen, uit Rusland en Kroatië – je moet toch minimaal twee liter zelfgestookte giftige wodka op hebben, mitsgaders een fikse shot heroïne hebben genomen, om dat gezond en wel uit te kunnen zitten. Ik lees het zondag wel, en dat liedje Birds van Anouk, dat horen we wel vaker, graag zelfs.
Het is inmiddels al dagen een oorwurm, mede met dank aan Even Apeldoorn bellen.
Wat mij betreft vervangt het daarmee gelukkig dat andere Koningslied, dat foute, dat nooit de finale van het Songfestival zou hebben gehaald, zelfs onderweg naar Malmø zou zijn verdwaald – vergeten stamppot te eten als ontbijt. Maar dit met de W van terzijde.
______
Laatste reacties