Je zou het een blinde gok kunnen noemen, om drie dagen vóór het 21 graden Celsius dreigt te worden, te gaan waarschuwen tegen te veel in de zon liggen, maar de Volkskrant deed het toch maar.
Toen al was de verwachting dat het morgen, zondag, een flink deel van de dag bewolkt zou zijn, maar dat de temperatuur flink zou stijgen. Die wordt, als het al zo ver komt, gewoon geïmporteerd uit Spanje en de windrichting hoeft maar een paar graden te verleggen en er komt helemaal geen hoge temperatuur.
Wie schrijft toch zo’n stuk? Wie legt er verband tussen hoge temperatuur en gevaar van zonnebrand? Mensen zat die de thermometer in de zon leggen en dan opgewonden melden dat het inmiddels al 45 graden is. Voor morgen wordt een UV-index verwacht van 3 of 4 en dan is de kans op verbranding vrijwel afwezig.
In maart was ik op een Canarisch eiland waar het flink waaide maar de zon ook vaak te zien was en de UV-index steeg tot 7 – in de zon en uit de wind was het prima uit te houden, je merkte zelfs een lichte verbranding van het voorhoofd en de neus maar ja, na zo’n lange winter wil je wel eens wat, dus na een petje te hebben opgezet hield ik armen, benen en borstkas toch flink in de zon: ze zouden me er thuis niet op betrappen dat ik helemaal dat ellendige stuk gereisd had, inclusief schoenen uit en broekriem af op Schiphol, zonder met een gezond kleurtje, het zogenaamde pensionado-bruin, op mijn post terug te keren.
Ik smeer me nooit in, ik vind dat spul namelijk stinken en ik krijg altijd wat op mijn lippen waardoor ik het ook in mijn mond krijg – jech! En ik ben inmiddels zo oud dat ik van een verbranding die ik vandaag oploop geen huidkanker meer kan krijgen, ook al omdat ik weiger veel ouder te worden dan negentig. Waar je moet uitkijken: hoog in de bergen, vooral op wintersport, bijvoorbeeld.
Maar intussen ziet de redactie van de Volkskrant er geen been in de mensen weer eens de stuipen op het lijf te jagen, het lijkt De Telegraaf wel.
Het past natuurlijk ook wel in het tijdsbeeld. Niet alleen mag poetspersoneel niet meer op trapjes of krukjes staan van de Arbo, en mag verpleegkundig personeel geen ouwe mensen meer in en uit bed tillen, van de Arbo. Het spectaculairste beeld dat onze allesvrezende maatschappij inmiddels heeft opgeleverd waren de twee in enorme witte ruimtepakken gehulde mannen, die tussen hen in een draagbaar torsen, waarop een onheilspellend vat. Het vat bevat het kwik uit een kapot gevallen thermometer. Op deze site valt te lezen dat een gewone koortsthermometer 0.1 milligram – ééntiende milligram! – kwik bevat, en daar staat de geruststellende mededeling bij dat dat geen gevaar oplevert, al moeten we hier natuurlijk wel even opletten: Belgische website.
Maar die witte pakken moeten dus, bij het opruimen van dat bolletje kwik uit een thermometer dat met het blote oog nauwelijks waarneembaar is. Het is ook een wonderbaarlijke bron van inkomsten voor daarvoor speciaal opgerichte bedrijven.
Hetzelfde geldt voor het asbestgedoe, dat we nu al jaren moeten aanschouwen. Terwijl honderdduizenden mensen vrolijk voortleven in woningen en fabrieken en andere gebouwen waarin flink veel asbest is verwerkt, wordt elk vezeltje waarover toevallig iemand struikelt door de mannen in hun witte pakken opgehaald met hun peperdure bomvrije ook al witte automobielen.
We durven niks meer en we zijn overal bang voor, dat is het.
_________