‘Groot-Brittannië heeft een groot leider, een groot premier en een groot Brit verloren.’ Veel anders kon premier Cameron het natuurlijk ook niet zeggen, over de vandaag overleden Margaret Thatcher, al was het zelden zo’n onzin als deze keer.
Dat van die leider, wat betekent dat? Om niet meteen naar Hitler te grijpen: Kim Jung-un is ook een leider, misschien wel een hele grote, maar is dat een pluspunt? Gezien vanuit het gewenste welzijn van de mensheid?
Een groot premier, ja ja, dat hangt natuurlijk ook maar helemaal af van de vraag hoe je dat definieert. Keihard met je handtas op tafel knallen als je je zin niet krijgt, dat is misschien nog wat. Maar de vakbonden afschaffen of toch minstens de mond snoeren? Margaret Thatcher was vooral een echte conservatief, ze zag het als haar taak om de hogere klassen (Ons Soort Mensen) in Groot-Brittannië in de watten te leggen, openlijk ten koste van Jan met de Pet. Zelfs een zeer linkse socialist als Eric Blair (George Orwell) zei ooit: The working classes smell, en daar wil je dus niks mee te maken hebben, natuurlijk. Hup, in je hok!
Ik had ooit het genoegen om met Lech Walesa over haar te spreken – destijds was ze nog aan de macht en ze had zich (uiteraard) achter het streven van de Poolse vakbondsleider gesteld, die de macht van de communistische partij wilde breken. Ik merkte op dat men het in Nederland ietwat eigenaardig vond dat Walesa zo goed kon opschieten met Thatcher. Walesa viel grof uit: ‘De Thatcher met wie ik spreek is niet de Thatcher die jullie kennen.’ Punt uit. De vraag naar haar binnenlands beleid op het gebied van de vakbonden wuifde hij, inmiddels leider van een wereldberoemde vakbond, weg.
Maandenlang keek ik naar het Nine O’Oclock News als daarin verslag werd gedaan van de eindeloze en uiteindelijk mislukte staking van de Britse mijnwerkers – een actie die mede bijdroeg aan het neerslaan door Thatcher en haar club van de vakbonden; die het misschien wel erg bont hadden gemaakt maar die tot op de dag van vandaag nog altijd vrijwel niets in te brengen hebben in Engeland, dat nog altijd leeft in háár sfeer van conservatisme en rabiaat kapitalisme – de oorzaak van de schuldencrisis, de bankencrisis en alle ellende waar we nu middenin zitten.
Je hoeft trouwens maar te kijken naar wie haar beste vrienden waren: Ronald Reagan en Augusto Pinochet – een tweetal dat afdoende bewees dat voor het originele conservatisme een helder verstand heel hinderlijk kan zijn. Ik verwijs even naar een beroemde uitspraak van onze Maggie: ‘We hebben het socialisme teruggedrongen en het land teruggegeven aan het volk.’ Het is of je Wilders hoort.
En tenslotte was zij een groot Brit – ja, als je het als Brits beschouwt dat je nog altijd denkt dat je een wereldmacht bent op je verarmde eiland – en vooral als je tot het einde van je dagen prachtig praat met een hete aardappel in de mond en een stijve bovenlip, dan ben je inderdaad een groot Brit. Eentje die lang na het einde van het koloniale tijdperk nog eens een groots opgezette koloniale oorlog begon om te Falkland Eilanden te behouden voor het Empire – ik meen dat de nabestaanden van de duizend mensen die slachtoffer werden van die oorlog er nog altijd tamelijk genuanceerd over denken.
Een groot Brit? Nou, wat zou je denken van ‘gevoelloze en kortzichtige houwdegen’?
______