Ja, zeker, ik had ervoor moeten waarschuwen. Ertegen, eigenlijk. Maar ja, niemand luistert ooit naar mij. Daar heb ik mijn hele leven al last van. Het lag ook zodanig voor de hand dat ik er niet aan te pas had hoeven komen. En achteraf is het mooi wonen, ook waar. (® Theo Maassen.)
Twee dingen goed onthouden, zei Joop den Uyl geregeld, en dat is een levenshouding die ik steeds sterker kan aanbevelen (terwijl ik ondertussen zelf steevast een van die twee dingen vergeet. Maar vandaag dus niet.)
1. Frisia non cantat. Hoe lang is Tacitus al niet dood? Het is niet eens zeker of hij dat wel geschreven heeft, of dat het iemand anders was, maar het was wel waar: Hollanders zingen niet, ik ben een voorstander van vrij vertalen, vooral als ik daardoor mijn punt helderder kan zetten.
2. Een kameel is een paard, ontworpen door een commissie. Dit behoeft geen nadere adstructie.
Wie nog niet wist dat het hier dus om het Koningslied gaat, voldoet aan het eventuele derde criterium: wie de geschiedenis niet kent, is gedoemd haar te herhalen.
Als men in een normaal land al op het idee van een Koningslied zou komen zonder voorafgaande traditie – er is geen Koninginnelied, volgens mij ter beschikking staande informatie – dan zou men daar een erkende bard en een bevlogen minstreel een jaartje eenzaam opsluiten met voldoende wijn, kreeft en spaghetti vongole, met de belofte dat het daaruit voortvloeiende Koningslied ongezien het Wilhelmus zou vervangen als Volkslied. Voel je ‘m? Koningslied? Volkslied?
Dan was er iets uit gekomen als de Marseillaise (tekst svp niet letterlijk nemen, ik bedoel al dat bloed van tegenstanders dat onze voren moet doordrenken, dat is funest voor de aardappeloogst) of gewoon het Va Pensiero uit Nabucco van Verdi, een heimweelied naar het verloren Vaderland dat geregeld langs de voetbalvelden dreunt. Ik noem ook Kalinka, of Hava Nagila, Potje met Vet of desnoods Wir sitzen mit Tränen nieder – perfecte voorbeelden zat, onsterfelijke melodieën op het pijploos orgel door Pierre Palla, wil ik maar zeggen.
Maar nee. Zelfs van de droevige traditie van het Eurovisie Songfestival hebben we niets geleerd.
Wel zagen we ineens wie er hier in Nederland werkelijk aan de macht is: de complete bemensing, grotendeels zwaar getatoeëerd, van RTL Boulevard usurpeerde de opdracht. Ik miste Bram Moszko trouwens wel, maar verder was iedereen er. En dat besloten clubje besloot dat zij de commissie waren die een paard ging ontwerpen voor onze nieuwe koning. Met drie vingers op zijn rug in plaats van twee bulten.
Dat die, de koning bedoel ik, als hij ogen in zijn kop heeft, al wel gezien had, maar nu de bevestiging heeft gekregen, dat Nederland één groot Volendam is waarin de schoonmoeders elkaar plukharend het café uit vechten en waar de volstrekte middelmaat (en iets daar nog onder) het op fatale wijze voor het zeggen heeft. Hij is zelf ook geen haar beter. Hij is immers vriend van René Froger, center piece van Boulevard.
Ik weet dat ik, na de eloquente storm van alle twitteraars en columnisten die gisteren al over het Koningslied raasde, met als eenzaam hoogtepunt de column van Bert Wagendorp in de Volkskrant van heden, behoorlijk de rol op me heb genomen van mosterd na de maaltijd. Maar toch.
Frisia non cantat, verdomd als het niet waar is. En ik veroorloof me nog een citaat van Theo Maassen te verhaspelen: ‘Hollanders zingen niet. Kunnen ze ook niet!’
_______