Jongstleden dinsdag noteerde ik de productie sinds 18 april 2012 van 4500 kWh stroom door de 24 onvermoeibare zonnepanelen. (Beginstand: 33141) De laatste 500 zijn natuurlijk een moeizame aangelegenheid geweest, de opbrengst van exact vier maanden sneeuw, regen, wolken en winterse duisternis. Een belangrijk deel daarvan is te danken aan een betrekkelijke zonnige februarimaand en enkele dagen in maart, maar zoals jullie niet ontgaan zal zijn heeft de lente nog niet echt toegeslagen.
Met enige heimwee denk ik terug aan de laatste week van maart 2011 – toen ik dus nog geen zonnepanelen had – toen het wel ook min of meer Pasen was en een week lang de zon aan d’n hemel stond te knallen alsof het niets kostte (en helaas ook niets opbracht) en die ons in staat stelde gewoon in Warnsveld net zo bruin te worden als vorige week na een vierenhalf uur durende vlucht naar Lanzarote. (Daar hebben ze trouwens overal nog ouderwetse warmwaterpanelen.) Komende week, in de vergelijkbare periode dus, stijgt de nachttemperatuur weliswaar tot een graad of 2 boven nul en de dagtemperatuur naar een riante 13 graden, maar het regent en waait erbij. Prettige Paasdagen.
Wat je eigenlijk niet zou moeten doen: de prijzen van zonnepanelen bekijken. Ik haal, nu het eerste jaar ten einde loopt, vermoedelijk een rendement van netto duizend euro, zijnde 11 procent van de investering. Maar ik zag deze week een aanbieding van een firma voor een met het mijne vergelijkbaar systeem van 7200 euro – dat wil dus zeggen dat je, door een jaar te wachten met kopen en installeren, toch hetzelfde rendement zou hebben gehad. En dat is dan een systeem waar iemand nog duchtig op verdient: de panelen zijn voor de vlijtige doe-het-zelver ongetwijfeld nog goedkoper verkrijgbaar.
Met die redenering – wachten tot het goedkoper wordt – zaten we, als mensheid, nu nog altijd in een grot of een lemen hut bij een wankel vuurtje mismoedig voor ons uit te staren naar diezelfde regen.
Maar zuur blijft het, eerlijk waar.
De remedie: je hebt nu eenmaal zonnepanelen, kijk dan toch niet meer of je ze nog ergens goedkoper kunt krijgen. In plaats van de kop uit je lemen hut te steken, steek je hem voortaan het beste in het zand. En als je dan zorgt dat je op je rug een zonnepaneel hebt, en dat de zon eeuwig schijnt, dan heb je toch het beste van twee werelden.
Geen rare vergelijking, trouwens: in plaats van je steeds onafhankelijker te maken van de natuur, maakt het bezit van zonnepanelen dat je juist weer afhankelijker wordt.
En ik had trouwens mijn drie expedities naar het dak niet willen missen, om de panelen te ontdoen van een dikke laag sneeuw waarna ze meteen weer aan de slag gingen.
Op die manier zit krijg je toch weer dat avontuurlijke en diepmenselijke grotgevoel. Met je berenvelletje.
________