Dit type eilanden heb je zat in de wereld: een zure oprisping van een onderzeese vulkaan en hup, Lanzarote. Toevallig niet ten Noorden van Spitsbergen of ten Zuiden van Argentinië, ook niet op hopeloos vele kilometers van enig bewoonbaar gebied verwijderd, net bereikbaar voor een low budget reisbureau annex luchtvaartmaatschappij en het hele jaar door een aangenaam klimaat, en zo verklaar je de duizenden vakantiehuisjes met bijpassende neringdoende middenstand en het volwassen vliegveld.
Als je er aankomt zie je eens goed wat voor puinhoop de wereld eigenlijk is: voornamelijk brokken lava in diverse sombere tinten, bijna uitsluitend zwarte stranden, veel bomen en heesters van overal in de wereld en een paar die thuis zijn op enkele aangrenzende eilanden, die eigen goede grond hebben: dadelpalmen, kerststerren, drakenbloedbomen.
Je moet in de geschiedenis duiken om te weten te komen waarom de eilandengroep niet bij Marokko hoort, waar ze naast ligt, maar bij Spanje, waardoor er Spaans wordt gesproken, een siësta wordt gehouden en de tapasrestaurants zich als een soort goedaardige schimmel in alle hoeken en gaten hebben gevestigd.
Lanzarote en de andere Canarische Eilanden horen bij Afrika, maar ze zijn tevens het enige deel van de Europese Unie met een echt subtropisch zeeklimaat. (Madeira, noordelijker en verder op de oceaan, heeft dat ook, maar minder aangenaam. Het sneeuwt er ‘s winters.)
En dus zitten we ’s avonds op een terras aan zee lekker te eten, je moet wel een vestje omslaan, maar je moet denken aan De Telegraaf van die dag die meldt dat het in Nederland vriest dat het kraakt, de koudste maart sinds eeuwen, het staat in De Telegraaf, inderdaad, dus volgende week maar eens controleren of het waar is, maar nu trek ik nog maar even een baantje in een van de vier zwembladen van Don Paco appartementen, aan de rand van Puerto del Carmen; ik moet soms namelijk een beetje afkoelen want hoewel de hemel vrijwel nooit strakblauw is heb je de neiging levend te verbranden.
Het weer trekt zich, net als in Nederland, meestal niks aan van het weerbericht, alleen is het hier altijd beter weer dan het in het bericht.
Het is maar een enorme lavabrok die ooit opdook uit zee en daar wellicht ook weer eens in verdwijnt, met Don Paco, De Telegraaf en al die roodverbrande Ieren, Engelsen, Duitsers en Nederlanders die er voor een weekje en weinig geld zijn neergestreken. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat er, zonder toerisme en zonaanbidding hoogstens een enkele armlastige visser zou wonen.
Het idee op zich maakt het vooral lekker spannend.