Thuis, op websites van autoverhuurders, kreeg ik de indruk dat het voor mij, als 74-jarige, wellicht nog niet eenvoudig zou blijken om een auto te huren. Maar omdat ik dacht dat huren ook nog wel zou lukken na aankomst op Lanzarote stelde ik het nog even uit. Wie weet was het helemaal niet leuk, of nodig.
En bovendien bleef ik denken wat voor nederlaag het zou zijn als de verhuurder, bij het aanschouwen van mijn antieke geboortedatum, triest het hoofd zou schudden en iets zeggen als ‘aan zulke ouwe mensen verhuren wij onze kostbare automobielen natuurlijk niet. We hebben wel een fiets met drie wielen voor u.’ Of zoiets.
Dus toen de dag aanbrak dat ik mij daadwerkelijk wendde tot de dikke mevrouw van rond de zestig die de hele dag achter haar bureautje in de hal van het hotel zat, en turend door haar zwarte powerbrilmontuur op haar iPhone zat te swipen, deed ik dat met enige schroom.
Nauwelijks vijf minuten later stond ik op de parkeerplaats te zoeken, met in de hand de contactsleutel van een zwarte Chevrolet Kalos (‘U bent toe aan een Daewoo’). Het gesprek ging als volgt.
‘Mag ik uw rijbewijs zien?’ Ze nam wat gegevens over op een formulier, draaide het om en zei: ‘Hier tekenen.’ Dat ging me te snel. ‘Hoeveel kilometers inbegrepen, alles verzekerd?’ zei ik zo ongeveer. ‘U mag zoveel kilometers maken als u wilt, alles is verzekerd, geen eigen risico.’ Ik dacht moet ik nog vragen of ik een waarborgsom moet storten? Maar als zij, Anita, er niet over begon, waarom zou ik dan. Nog een vraag: ‘Moet ik de auto terugbrengen met volle tank?’ ‘Nee, maar laat er wel wat in zitten voor de volgende huurder, hij is nu nog half vol.
Dat is dan zestig euro voor drie dagen. Veel plezier!’
In mijn verwarring liet ik mijn rijbewijs op haar bureau liggen,maar Anita bracht me dat nog achterna.
Lekker karretje wel, gebruikt nauwelijks benzine. Die kost hier trouwens 1.12 euro per liter: ze heffen hier geen accijns, als lokkertje voor toeristen.
En ik bedacht: we zitten op een eiland ter grootte van Zuid- en Midden-Limburg samen, dus dan is een auto verdonkeremanen onbegonnen werk, waarom een waarborgsom vragen.
Drie dagen waren precies genoeg om op je doje akkertje de 450 kilometer asfaltweg die Lanzarote heeft allemaal te berijden, van de vuurbergen in het zuiden, via het midden met lieflijke stadjes als Teguise, tot het Noorden met het krankzinnige uitzichtspunt Mirador del Rio, de cactustuin (met vooral wolfsmelksoorten, trouwens) van de kunstenaar Manrique, de witte duinen aan de Noordoostkust, het stadje Haría dat sprekend een oase in de Sahara lijkt en de avontuurlijke wegen die erheen en vandaan voeren.
En o ja: als er geen huurauto’s en touringcars waren, dan was er nauwelijks verkeer op Lanzarote. Driekwart van wat je ziet rijden is gehuurd, en iedereen maakt hetzelfde rondje.
Heel gezellig.
Op de derde dag leg ik de sleutel van de auto voor Anita neer. Die zei: ‘Bedankt, ik zag hem al staan!’
En begint weer te swipen op haar iPhone.
_______