NRC Handelsblad kaapt Rob Wijnberg intussen alweer, zag ik net op de website van de krant: die pakt groot uit over het plan van Wijnberg tot het maken van een… ja wat? Een krant? Een Huffington Post? Een weblog? Vernieuwing in de journalistiek, wie wil dat nou niet (althans: veel journalisten willen dat).
Ikzelf maak een ouderwets papieren huis-aan-huisblad (met twéé websites!) met daarin verenigingsnieuws en nieuws van de gemeente en andere bijdragen van allemaal mensen die het voor niks doen en dat is dan een overeenkomst met De Correspondent, want zo heet het plan van Wijnberg. Althans: dat ze het gratis doen heb ik het begrepen uit de hooggestemde teksten waarmee Joris Luyendijk, Femke Halsema, Jelle Brandt Corstius, Rob Wijnberg, Arnon Grunberg en Henk Hofland, om maar meteen eens aan namesdropping te doen, gisteren het plan bekend maakten voor een geheel nieuwe manier van nieuws maken en brengen.
Zodanig dat ik, net als inmiddels vierduizend andere Nederlanders, zestig euro heb gestort om het project mogelijk te maken. De Correspondent heeft zo dus effetjes op een kouwe avond een maart een kwart miljoen bij elkaar gesprokkeld, zonder dat we eigenlijk weten waarvoor.
Voorlopig moet ik het doen met mijn eigen onderbuikgevoelens die worden opgerakeld, geprikkeld, hoe zal ik het zeggen, door termen als vernieuwend en onafhankelijk.
Vooral onafhankelijk. Elke journalist in Nederland droomt zijn hele carrière, waar en hoe die zich ook afspeelt, van onafhankelijkheid. Toen ik in 1959 aantrad in de journalistiek waren de kranten, hoezeer ook het tegendeel werd beweerd, afhankelijk van de adverteerders. Wij, op de rokerige redactie, hielden ons overeind met het idee, wellicht een waanidee, dat de adverteerders de gekken waren die onze salarissen betaalden waardoor wij elke geslagen dag van ons leven ‘een lekker krantje’ konden maken – die adverteerders leefden, hahaha, in de waan dat de lezers hun aanprijzingen een blik waardig zouden keuren, de lezers rukten elkaar de krant uit de hand om ónze stukken te lezen, wat dacht je wel.
Vanaf omstreeks 1980 werden we écht een beetje onafhankelijk. Ik heb destijds in een forumdiscussie waaraan ook hotemetoten van de grafische vakbonden deelnamen gezegd dat ik, door de invoering van het fotografisch zetten en de elektronische tekstverwerking, eindelijk onafhankelijk was van de saboteurs van de zetterij en drukkerij, mensen die het geen reet kon schelen wat ze zetten of drukten, en die om vijf uur naar huis gingen, ook als de krant nog niet klaar was. (Er was altijd wel een ‘laatste nieuwtje’.)
Daarna kwam de teloorgang. Hoewel de logge journalistiek zich bevrijd had van de partijgangers op de redacties en veel meer oog had gekregen voor de behoeften van de ‘gewone lezer’, in de wandeling ook wel ‘Tante Truus uit Zieuwent’ genaamd, keerden de adverteerders zich af en gingen over op de sexy televisiereclame en de kleurige blaadjes waarin zij zonder gevaar naast de advertentie van een concurrent te staan, hun van de marktkoopman gejatte trucs konden uitventen.
Intussen zijn in de papieren kranten de advertenties vervangen door artikelen geschreven door journalisten die boeken aanprijzen, restaurants aanprijzen, de nieuwste tasjes, jasjes, pakjes en schoentjes aanprijzen en reizen, auto’s, politieke partijen en wijnen aanbevelen.
In de zogenaamde serieuze bladen zijn er daarnaast ook de hypes van de dag. Voorbeeld van deze week: al heel lang worden ook kinderen van Turkse en Marokkaanse afkomst bij pleeggezinnen geplaatst omdat bij de eigen pappie en mammie de handjes los zitten, maar er is een minuscuul incidentje voor nodig om de kranten en andere media ertoe te brengen elkaar een week lang hyperventilerend achterna te hypen. Tussen haakjes: NRC stuurde Rob Wijnberg vorig jaar de laan uit omdat ‘zijn’ krant, nrc.next, de dag na Prinsjesdag niet opende met Prinsjesdag. Toch ongetwijfeld de geheide hype van die dag.
Eén krant, De Telegraaf – die keek ik in op Lanzarote, waar vorige week geen andere Nederlandse krant te krijgen was – heeft een eigen imago. Dat is een kinderkrant die een halve pagina besteedt aan de vraag: wat ga je doen op de eerste echte lentedag, met als enige juiste antwoord: de benen scheren en een kort rokje aan! (Of zoiets).
En intussen was er het internet, namen de papieren kranten heel modern een eigen website en begon pas het echte jatwerk. Waarom zou je voor het nieuws betalen in de vorm van een pak papier, als het gratis en zonder enige moeite verschijnt op de monitor van je pc, je laptopscherm, je tablet en je telefoon?
Zouden we over tien jaar zeggen: en de doorbraak naar de perfecte journalistiek, die kwam rond half maart 2013, toen De Correspondent werd gelanceerd?
Ik zou het graag hopen, maar ik ben bang van niet.
Om te beginnen lijkt het er op dat De Correspondent zich ook niet kan losmaken van het uitgangspunt dat journalisten gratis werken, hoogstens tegen onkostenvergoeding. Ik bedoel, goed werk moet goed betaald worden, hobbyisten doen het voor niks en dus slecht. De mensen op de lijst met medewerkers nemen geen genoegen met minder dan tweemaal modaal. Dus op die lijst staat al voor een ton of zes per jaar bij elkaar, en dan heb ik het nog niet over de ontwerpers van de site, die het beslist niet gratis zullen doen, en de salarisadministratie, ook al niks voor vrijwilligers.
En dan heb je het toch over een ‘krant’, als dat inmiddels geen vies woord is, die feitelijk gratis is en gratis betekent in deze wereld ook: niet interessant.
Dan rest nog dit: De Correspondent zal een tijdlang een sjieke sociëteit zijn van allemaal mensen die stuk voor stuk van mening zijn de journalistiek (opnieuw) te hebben uitgevonden. Ik zelf – ik meld me bij deze als correspondent in Zuid-Limburg – incluis.
Een warm bad, natuurlijk, ik geef het grif toe, en nee, ik bedoel niet dat ik met Femke Halsema in een warm bad wil, en al helemaal niet met Arnon Grunberg. Maar het is mooi je aan te schurken tegen intelligente mensen die iets moois willen bewaren. Iets moois uit het verleden, helaas.
Ik hoorde vanmorgen dat jongens en mannen steeds minder lezen. De Correspondent moet misschien voor een deel in stripvorm, of in nieuw uit te vinden ideogrammen. Vernieuwing!
Veel werk aan de winkel.
En als het mislukt dan krijgen we allemaal die zestig piek terug.
_____
hhBest
Boek & Film
Laatste reacties