Al eerder zijn historici gefascineerd geweest door de periode vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Ik denk daarbij aan een monumentaal werk van Barbara Tuchman, The Proud Tower, dat de periode tussen ongeveer 1890 tot en met 1913 beschrijft in het licht van de naderende Wereldoorlog, en die de periode feitelijk toont als een verlengstuk van de negentiende eeuw: de twintigste begon pas in juli 1914, met het uitbreken van die wereldoorlog, dat typisch twintigste-eeuwse verschijnsel, dat men zelfs nog in 1913, tegen beter weten in, voor volstrekt onwaarschijnlijk had gehouden.
Zo was 1913 het laatste jaar van de negentiende eeuw, en het is jammer dat de geschiedenis zich niet altijd houdt aan de jaartallen, want de ondergang van de Titanic, in april 1912, was zo’n typisch geval voor 1913 geweest: het falen van de negentiende-eeuwse techniek in optima forma.
Barbara Tuchman schreef dóór en een van de eerstvolgende boeken was ‘August 1914’. Maar daarmee waren we van 1913 niet af, met enig kunst- en vliegwerk kun je dat het jaar van de omwenteling noemen, en dan met name in de beeldende kunst en de literatuur – dat impliceert althans de Duitse kunsthistoricus Florian Illies in zijn boek dat eenvoudig 1913 heet. Ik heb geen idee of je een dergelijk verhaal zou kunnen schrijven over elk jaar in de geschiedenis, zeker wanneer je, zoals Illies, de vrijheid neemt ook dingen te beschrijven die waarschijnlijk niet hebben plaatsgevonden. Zoals de helemaal niet uitgesloten ontmoeting tussen Hitler en Stalin, die allebei in 1913 in Wenen waren en allebei graag wandelden in het park van Schloss Schönbrunn.
Lees verder: Boek & Film