Je kunt het natuurlijk hebben over de verjaardag van Twitter, de onzin van Facebook, de lange maar niet al te strenge winter 2012-2013, het naderen van de lente en het bijbehorende kwinkeleren van onze gevederde vrienden.
Maar dat neemt allemaal niet weg dat vorige week een meteoriet ter grootte van een gemiddelde bestelauto boven Siberië – waarom bijna altijd boven Siberië dat zoeken we nog even uit, hoewel ik al wel een vermoeden heb: Siberië is gewoon een heel groot doelwit – uit elkaar knalde en daarbij in duizenden stukken uiteen viel. Nee, hij ging niet door de geluidsbarrière, voor een meteoriet is de geluidsbarrière een heel laag drempeltje dat hij van nature nooit hoeft te overschrijden, hij is er zelfs nooit ónder geweest. Hij ging zo hard dat hij gloeiend heet werd door de wrijving met de aardatmosfeer en daardoor ontplofte en de schade ontstond vooral door de schokgolf van de ontploffing; een meteoriet lijkt soms verdacht veel op een atoombom.
Waar ik even de aandacht op wilde vestigen, dat is dat een deel van de meteoriet ook een flink gat sloeg in het ijs van een Siberisch meer: zomaar, in één klap door anderhalve meter dik ijs heen en hij smolt dat ijs meteen ook even, en passant is in dit geval een goede uitdrukking.
In het afgelopen weekend, waarin een enorme vrolijkheid de boventoon voerde waarover wellicht een andere keer meer, dacht ik tevens na over dat laatste feitje.
Nadenken is in dit geval nuttig en als de frequentie van inslaan van meteorieten ongeveer gelijk blijft hebben we nog een paar jaar de tijd om te bedenken wat we kunnen doen, bijvoorbeeld om te zorgen dat onze vrienden en magen, woonachtig in te laag gelegen gebieden van Nederland, tijdig een goed heenkomen kunnen vinden.
Stel je voor dat zo’n brok ijzer in zijn geheel inslaat in een gletsjer in Zwitserland, waarvan het smeltwater wordt afgevoerd via de Rijn, dan zal het nog een heel karwei zijn, namelijk, om de oeverbewoners in het algemeen en de te laag wonende inwoners van West-Nederland, tijdig heel, levend en droog weg te krijgen. Goeie kans dat die gletsjer in zijn geheel of minstens voor een groot deel plotseling smelt en al dat water zich een weg baant naar de Noordzee – dan zul je aan den lijve ondervinden dat in het universum de menselijke maat er in het geheel niets toe doet.
Vanmorgen zag ik in de krant een bericht dat er een alarm-sms wordt voorbereid die de mensen in bijvoorbeeld Zeeland moet oproepen te vluchten ‘via de A58’ voor het geval een dijk doorbreekt’. In het geval van het meteorietenhoogwater zal de dijk niet doorbreken, maar gewoon de zee in spoelen en nooit meer terugkomen, maar misschien hebben veel mensen nog net wel tijd om via de A58, de A12, de A1 en de A2 de hogere delen van het continent te bereiken. Waarna zal blijken dat het principieel afzien van het bezit van een auto wel eens een fatale vergissing zou kunnen zijn geweest.
Ja, ik weet het, dit is doemdenken, en als de hemel naar beneden valt hebben we allemaal een blauwe pet, maar ik wil alleen maar zeggen dat er meer is tussen hemel en aarde, Horatius, etc.
Ik overweeg in ieder geval de helft van de plaatselijke camping alvast voor een dergelijk geval te reserveren, want als ik er over nadenk heb ik wel erg veel familie, vrienden en kennissen die onverantwoord te laag of te dicht bij een rivier wonen.
En ik mag dan vaak als enigszins afzijdig overkomen: als de nood aan de man komt, weet ik flauwekul van bittere werkelijkheid te scheiden en dat het hemd nader is dan de rok.
Momenteel is de lucht mooi blauw, ideaal om een meteoriet van ver te zien aankomen. Als je een beetje oplet. En de telefoon geladen en wel bij de hand hebt.
Met de QR-code van de meteoriet, maar dat spreekt vanzelf, voor de ervaren twitteraar.
______
Laatste reacties