Zelf heb ik ook wel eens paard gegeten. Meest recent nog na een verkeerde greep in de diepvries van een Italiaanse supermarkt, waar het carne equina heet. Ik vond het eerlijk gezegd niet erg lekker. Let dus voortaan op dat bijzonder donkerrode vlees dat nauwelijks apart ligt in die diepvries.
Wat langer geleden haalde ik voor mijn moeder paardenrookvlees bij de slager. Ik vond dat wel lekker, ik wist zelfs niet beter of paardenrookvlees was het lekkerste rookvlees. Ik herinner me dat het sterk smaakte, al kon het zijn dat dat kwam door meer roken.
Sterker nog: ik heb als werkstudent gewerkt in de vleesverwerkende industrie in Oss. Meestal was ik betrokken bij een als vlees onherkenbaar eindproduct – blikjes Smac inpakken – maar soms kreeg ik iets heldhaftiger taken, zoals het hele dagen bij 35 graden onder nul halve varkens omkeren in een duistere loods.
En op zaterdagmorgen werden we soms uitgenodigd voor een spektakel waarvan men verwachtte dat wij, jeugdige bleekneuzen, het wel apart zouden vinden: het slachten van incourante dieren zoals ezels en inderdaad, paarden.
Nou, spectaculair was het wel. De betegelde vloer was spekglad, het nietsvermoedende paard stond een beetje vermoeid voor zich uit te kijken, daar kwam de slachter, zette het pistool op de kop van het beest. En daverende knal en daar ging het paard. Het gleed uit op de gladde vloer, het geluid van de kletterende hoeven echode enorm in die ruimte, iedereen sprong weg voor de in stuiptrekking om zich heen slaande poten, tot het paard met een doffe bonk op de grond sloeg en roerloos bleef liggen. Wat daarna volgde behoeft geen betoog. Als ik wil ruik ik nog de intieme geur van de enorme massa dampende ingewanden die over de vloer dweilde. Het is de lucht die de chirurg in het ziekenhuis en zijn team ruiken als ze een buikoperatie doen, of het traumateam dat assistentie verleent bij een zwaar verkeersongeluk.
Mensen eten vlees. Dierlijk eiwit heb je nodig. Vegetariërs zijn er om opgegeten te worden. Het nuttigen van tijgers, leeuwen, beren, honden en wolven is onzin: hun voedingswaarde is laag. Maar paarden, koeien, varkens en kippen zijn vegetariërs en dus voedzaam (varkens halen overigens de neus niet op voor een lekker hapje vlees, daarom zijn de mensen vooral verwant aan varkens.) Ratten en muizen zijn ook prima, evenals eekhoorns en ezels. (Je moet eten wat rent, vliegt of zwemt.) Bij vissen geldt de regel niet: veel vlees- en aasetende vissen staan tot hun ongenoegen op het menu van mens en poes.
Waarom eten we wel garnalen en niet hun nauwe verwanten, de pissebedden? Waarom gaan we niet massaal over op sprinkhanen? Waarom eten Indiërs geen rundvlees? Waarom eten Chinezen wel honden en katten en wij in Europa en Amerika niet? Waarom vindt de een pens een lekkernij en walgt de ander ervan? Waarom eet de een wel stierentestikels en de ander niet?
Vragen, vragen vragen. Het antwoord: dat is cultureel bepaald, net als zoenen tussen (hetero)mannen. En dat zal ook best. Maar verder kom ik niet.
Ik vind het trouwens een heel raar gezicht als iemand op de rug van een paard zit, zeker als het rijdier intussen de tango danst.
______