In de journalistiek is al zeker vijftig jaar de trend gaande van ‘de cijfers’ naar ‘de mens achter de cijfers’, maar ik houd me niet aan trends: ik ben soms heel erg een liefhebber van ‘de mens’, maar veel vaker nog van ‘de cijfers achter de mens’.
Zo heb ik gisteren mogen vaststellen dat er ook nog ‘de cijfers ónder de mens’ zijn: de weegschaal toonde mij dat ik in een jaar tijd anderhalve kilo ben aangekomen en dat in het afgelopen jaar mijn gewicht, dat ik uit verlegenheid of wellicht bescheidenheid geheim houd, een variatie heeft gekend van ongeveer vijf kilo.
Cijfers waarmee ik jullie wel flink heb vermoeid de afgelopen tijd betroffen uiteraard het produceren, verbruiken en verspillen van elektrische energie door en in de door mij en mijn gezin bewoonde eengezinswoning. Het betreft, om even het geheugen op te frissen – niet iedereen heeft altijd alle cijfers paraat, ik begrijp dat – een installatie van vierentwintig fotovoltaïsche cellen met een theoretisch vermogen tot het opwekken van 5800 kWh per jaar met de daarbij behorende omvormer waardoor de opgewekte stroom ook kan worden gebruikt en/of teruggeleverd aan een elektrische centrale. Het verbruik wordt verzorgd door naar schatting 85 elektrische apparaten waarvan de wasdroger en de elektrische boiler plus de bijverwarming in de plantenkas het merendeel voor hun rekening nemen. Die vervolgens door mij betaald gaat worden.
Daarmee is de maand december van een periode van duisternis en feestelijk en onbekommerd knallende kurken, verrassende geschenken en eindeloze omhelzingen omgetoverd tot een maand van zorgelijk beschouwen van meters en tellers en wanhopige klimpartijen naar het dak om te zien of genoemde zonnepanelen niet kapot, afgekoppeld dan wel gestolen zijn – de productie van elektriciteit is juist in een periode waarin kerstboom en buitenverlichting en het braden van kippen, konijnen, kalkoenen, taarten, cakes, ganzen en Beef Wellington aan de orde van de dag zijn, gedaald tot ongeveer nul.
Ik weet het, het was te verwachten en ik leef in de zekerheid dat aan het eind van het eerste jaar, op 18 april en de daarna verschijnende afrekening van GreenChoice in Huize Brun een gejuich van jewelste zal opgaan wegens het riante rendement dat het geïnvesteerde kapitaal heeft opgeleverd. En dat daarmee de zin van mijn (voort)bestaan alom zal worden beaamd.
Maar niettemin bedroeg de stroomproductie in de hele maand december slechts 63 kWh, een hoeveelheid die in bijvoorbeeld de maand juli, geproduceerd in twee dagen, al tot lichte frustratie zou hebben geleid. Op 23 en 24 juli samen produceerde het systeem zelfs samen 69 kWh. Daar staat een totaal verbruik van 809 kWh in december tegenover, en een teruglevering van slechts 12 kWh. Als je ondanks alles toch een lichtpuntje wilt zien: van het totale stroomverbruik sinds 18 april 2012 tot heden van 5100 kWh, behoef ik slechts 1030 kWh te betalen, en dat noem ik persoonlijk winst. Geëxtrapoleerd (cijfermaniakken zijn gek op extrapoleren) zullen wij op 18 april 7200 kWh hebben verbruikt en dat is een bezuiniging zoals ongeveer begroot, namelijk van 1000 kWh ten opzichte van voorgaande jaren. Een bezuiniging die tot stand kwam door tamelijk grootscheeps te investeren in zuiniger elektrische apparatuur. Waarbij een eventueel extra zonnig komend voorjaar nog buiten beschouwing is gelaten, dat niettemin nog eens zou kunnen zorgen voor 1500 tot 2000 kWh aan productie op het dak en daarmee tot een elektriciteitsnota met daarop een netto verbruik van maximaal 2500 kWh.
Maar dat is natuurlijk voorlopig meer wensdromen dan extrapoleren. Alvorens een en ander uitdraait op delirisch rijkrekenen, sluit ik maar met de mededeling dat morgen op deze plaats wellicht de beurt is aan de stand der gewassen te velde.
_____