Vroeger had je weer. Je had winter, lente, zomer en herfst en dan weer van vorenaf aan.
Nu hebben we Buienradar, Weerplaza, Weeronline, Weatheronline, Wetteronline, weeralarm en Meteoconsult. En wat heb je er eigenlijk aan? Zowat niks.
Neem vandaag. Rijkswaterstaat kijkt met glazige ogen naar Buienradar, ziet die enorme kwak sneeuw boven Frankrijk hangen en laat vijfhonderd strooiwagens en driehonderdvijftig sneeuwschuivers uitrukken. Weliswaar wordt niet meer dan vijf centimeter sneeuw verwacht, maar door de wind gaat die sneeuw stuiven en kunnen zich sneeuwduinen vormen. Visioenen doemen op van mensen die over vijf weken doodgevroren uit het laatste sneeuwduin in Overijssel worden opgegraven.
Vroeger sneeuwde het een tijdje en dan hield het weer op met sneeuwen. Je schonk bijtijds een glaasje gloeiwijn in, stookte de kachel nog eens op en legde een kaartje.
Tegenwoordig kun je zien dat het om tien over half acht op zondagmorgen zal beginnen te sneeuwen, maar dat het om half elf wel weer ongeveer achter de rug zal zijn. Om half elf is de wind een beetje naar het Oosten gedraaid, maar het sneeuwt nog steeds. Weeronline weet te melden dat de sneeuw onder de grote rivieren halt houdt, maar dat het hier zal doorsneeuwen: de staart van het sneeuwgebied reikt nog ruimschoots tot in Noord-Frankrijk. Op zijn vroegst om half drie zal het hier ophouden met sneeuwen.
De strooiwagens van Rijkswaterstaat hebben inmiddels het offertje aan de zoutleveranciers alweer gebracht, de sneeuwschuivers staan bedremmeld te wachten tot er iets te schuiven valt.
Buienradar is heel traag, vandaag: tienduizenden mensen turen kennelijk gespannen naar de radarbeelden. Niemand kijkt naar buiten, het sneeuwt nog wel, maar is dat geen regen, eigenlijk?
Ik kijk ook heen en weer tussen al die sites en ineens weet ik het: nee, ik word geen conducteur, maar ik ga eens verder lezen in het spannende boek uit 1958 dat ik onder handen heb, een van de merkwaardigste boeken uit de Nederlandse literatuur.
Nee, het sneeuwt er niet in. Regen valt er ook weinig, valt mij op.
Het zou vandaag hier 1 graad worden, zeiden ze gisteren. Vanmorgen was dat alweer gedaald tot 0. Nu is het nog min 4, dat halen we dus nooit. Trots tonen ze bijna allemaal hun veertiendaagse verwachtingen. Maar ik houd, sinds die datum binnen de komende veertien dagen valt, 28 januari in de gaten. De voorspelling voor die dag tot nu toe heeft gevarieerd van min 11 tot 0 voor ’s nachts en tussen min 2 en plus 6 voor overdag. Wat het wordt weten we, als vanouds, aan het eind van de middag op die dag.
Als het voor het komende uur al niet lukt te voorspellen wat er precies gebeurt, heb je dus niks aan al die voorspellers, die zich indekken met een sofisme: nee, we voorspellen niet, ver verwachten.
Ik neem nog een plakje balkenbrij en roep: waarschuw me als je het voorjaar verwacht.
________