Op dit moment heb ik nog een lijntje met het koningshuis – tenslotte heb ik ergens in augustus 1974 of 1975 Hare Toen Nog Aanstaande Majesteit gesproken, in het gemeenschapshuis in Venray. Met Hare Moeder stond ik een jaar of twee later zelfs op de foto. Maar WA heb ik nooit gesproken, en helaas Máxima ook niet.
Koninginnedag is voor mij, als ik even niet oplet, nog altijd 31 augustus, de verjaardag van Hare Majesteits grootmoeder. Over mijn traumatische ervaringen met zaklopen op die dag heb ik al enkele malen hier bericht. Mijn nachtmerrie genaamd ‘koekhappen’ ging pas over toen ik zag wat voor erotisch getint plaatje die sport kon opleveren, mits beoefend door Máxima.
Het is met het koningshuis intussen als met godsdienst: je doet er niet aan en je hebt er niks mee. Het dient beide geen enkel nuttig doel, maar het zijn beide schier onuitroeibare natuurverschijnselen waarmee je moet leren leven. Zoals met het onweer of het warme water.
Geheel symbolisch voor mijn houding in dezen was, dat ik er gisteravond laat pas achter kwam dat er iets aan de hand moest zijn, qua de kogelin. Ik dacht even: zou ze dood zijn? Dat kon natuurlijk best, op haar leeftijd en met dat rokersgezicht. Maar nee, de toon van de gehele omgegooide programmering van de omroepen was van een zekere vrolijkheid, dus er was iets anders. Een aflevering van het Journaal bracht klaarheid: ze gooide het bijltje er bij neer. Niet dat ze met dat stuk gereedschap ooit iets zinnigs had gedaan, maar dat wil slechts tot weinigen doordringen.
Of je moet het zinnig vinden dat ze met haar uitzonderlijke titel en haar mooie schoondochter schaamteloos reclame maakt voor de Nederlandse middenstand, Frau Antje dus, met een rare hoed op. En tien procent en betere waar, placht De Gruyter als reclame te voeren, hoewel de waar dezelfde was als die van de Spar, Simon de Wit, de Edah en de Centra, alleen tien procent duurder.
Voor de rest is het koningshuis iets voor zwijmelende huisvrouwen, het spijt me enigszins dat ik het zo moet uitdrukken.
Vanmorgen moest het kabinet uitrukken om te bepalen waar en hoe er op 27 april aanstaande gekoekhapt en zakgelopen wordt, en dat is dan weer een minder leuk aspect: alsof die regering niks beters te doen heeft en of die zaken niet net zo goed door een paar ministeriële onderknuppels kunnen worden afgehandeld. Als de regering dat niet aan de zelfregulering kan overlaten.
En over die veranderde feestdagen is ook niet goed nagedacht. In 2014 is Koningsdag op zaterdag 26 april en het eerste inhuldigingsjubileum op woensdag 30 april. Niemand neemt natuurlijk nog de moeite op die tussenliggende maandag én dinsdag een poot uit te steken naar de economie, en de meivakantie sluit er naadloos op aan. Het jaar daarop, in 2015, is het allemaal al traditie en gaat Nederland, al zakhappend en koeklopend, van 24 april tot ergens in de tweede helft van mei op slot.
Om die door het koningshuis aangerichte schade te herstellen zal er iemand Máximaal aan de bak moeten, bij de sultan van Brunei.
______