Op zekere dag weet je het: ik word conducteur. Nou ja, zoiets, al een paar maanden speel ik met de gedachte: wat zit ik hier eigenlijk te doen? Eigenwijze betweterij voornamelijk, dat zie ik heus wel, bovendien: opinie is goedkoop. Dat klinkt bovendien al beter dan betweterij.
Toch maar meer feiten? Verslaggever in hart en nieren ben ik nooit geweest, en nu ben ik er te oud voor om nog eens ergens in te duiken en te ontdekken wie er nu weer te veel kilometers heeft gedeclareerd. En aan hypes rond sterren als Jan Smit en André Rieu heb ik me nooit bezondigd – voor de rest mijmer ik maar voort over wie er nu weer dood is en wie beter zus of zo had kunnen doen in plaats van een meisje midden in de nacht te vermoorden of op klaarlichten dag een grensrechter dood te trappen.
Maar aan de andere kant: ik heb nog lang geen tienduizend stukjes geschreven en dat was eigenlijk wel de bedoeling. Je moet toch ergens naar streven in het leven.
Dus toch maar wederom voort? (Jullie merken intussen aan toon, inhoud en stijl van dit stukkie dat ik lees in het derde deel van de biografie van Gerard Reve, waarin Nop Maas, veel meer dan in de eerdere delen, een bijna wrevelige ondertoon over de exploiten van Oom Gerard de Volksschrijver aanslaat. Het is ook wel bar ook. Let wel, dit is een voorlopige opmerking. Waarover later meer.)
Er loert trouwens nog een gevaar: bij het teruglezen van eerdere stukjes zie ik dat ik vroeger beter, geestiger schreef. En verder heb ik zo’n beetje alle onderwerpen al gehad en ben ik bij sommige al aan de tweede of de derde ronde toe. Als voorbeeld noem ik de peilingen. Terwijl de peilingen peilingen zijn en geen verkiezingen – en zelfs dat is geen opzienbarende opmerking waarvoor de persen moeten stoppen.
Maar ook dat kan worden verholpen met de kreet: moedig voorwaarts! Ook al bezoekt inmiddels vrijwel geen hond meer mijn weblog – hetgeen ik zeer goed begrijp, je kunt niet alles lezen, je moet strikt selecteren en dan zit het er dit in dat de oude bromneuzen er als eerste het slachtoffer van worden. Misschien pas ik niet op een iPad, wie weet.
Gelukkig ben ik ook niet de enige die aarzelt en niet direct een voor de hand liggend onderwerp ziet opdoemen. Zo had zaterdag de begenadigde columnist Peter Middendorp in de Volkskrant een stukkie, waarin hij zonder een onderwerp van huis naar kantoor vertrekt en aan het eind van zijn stukje meedeelt, dat hij inderdaad geen onderwerp heeft weten te vinden. ‘Wat moest ik doen, wat moest ik schrijven? Eerlijkheid, er zat weer niets anders op. Ik moest het maar opschrijven zoals het was.’
Schaamteloos citerend sloot ik mij geheel en al bij deze gedachte aan.
_______