Nee, nou even van voren af aan. Het betreft hier dus voetbal. Dat is een sport, jongelui, die door alle lagen van de bevolking wordt beoefend in de vrije tijd, en daarnaast ook nog als beroep. Vooral als het om de centen gaat vindt op de grasmat vrijwel dagelijks het nodige duw- en trekwerk plaats, zal ik maar zeggen. Dat geregeld eindigt in het ziekenhuis of minstens op de Eerste Hulp, maar ja, voetbal is geen sport voor mietjes. Voetbal heeft ook zijn goede kanten. Zo leren die knulletjes (en tegenwoordig ook grietjes) wat werken in teamverband met zich meebrengt.
De taak van de meegekomen ouders is vooral: hun oogappeltjes opjutten – de kreten ‘schup um veur sien klote’ en ‘bloed oan de poal’ zijn van alle tijden.
De eerste grote fout die zondag in Almere werd gemaakt: de vader van een van de spelertjes – nou, spelertjes: bonken van vijftien, zestien jaar dus – treedt op als grensrechter. Dat is meteen al vragen om moeilijkheden, zeker als het bezoekende team flink opgefokt is omdat ze thuis te horen hebben gekregen dat het tijd wordt om eens uit te pakken, gezien de stand in de competitie. Dan ligt de oplossing al gauw voor de hand: de grensrechter was partijdig.
Dus is het logisch dat de bezoekers op dat punt na de wedstrijd verhaal gaan halen. Wie precies zijn schoennoppen in het gezicht van de grensrechter heeft gezet, dat heeft natuurlijk niemand gezien, het ging ook zo snel. Niemand die op het idee komt de daders aan te houden op het moment dat de aanslag een feit was. Welnee, zei de grensrechter, het is niks, nergens last van, laat maar gaan.
Terwijl het bloed in zijn hersenpan stilletjes zijn werk doet, blijft de grensrechter nog even naar een andere wedstrijd kijken, hij is echt fanatiek, gek op ‘het spelletje’. Hij heeft een beetje hoofdpijn, maar komaan, niet zeuren. Straks roepen ze nog ‘homo’ tegen je. Een regel ‘laat een dokter naar je hoofd kijken als ze er tegenaan hebben staan trappen’ komt in geen enkel voetbalreglement voor.
De rest is bekend.
Rest ons slechts de grimmige toekomst. Het Nederlandse recht heeft nog altijd geen oplossing voor de vraag: als een stel jongens een aanslag heeft gepleegd, wie heeft dan de fatale trap gegeven? Was het wel een fatale trap? De grensrechter kon immers nog naar de kantine en daarna een deel van een wedstrijd zien? Is het niet een beetje de eigen schuld van de grensrechter? Hij had toch moeten bedenken dat hij naar een dokter moest, na de aanval? Dan had hij nu misschien nog geleefd.
Ik wil maar zeggen: hier hoeft geen topadvocaat aan te pas te komen.
En overigens blijf ik van mening dat het de taak van de overheid is, ouders er op te wijzen dat voetbal geen spelletje is, maar de keiharde werkelijkheid, waarin op leven en dood wordt gevochten voor een plekje onder de zon, of onder de maan (schijnt door de bomen.)
_______